Op 15 juni 1868 werd door Adriana Maria Mijnaars,weduwe van medeoprichter Willibrordus van de Lisdonk, een nieuwe vennootschap aangegaan met haar zonen Cornelis van de Lisdonk en Johannes Cornelis van de Lisdonk. Het betreft de oprichting van een linnenweverij en de handel in garens, geheten P.W. van de Lisdonk en Cie.

In deze 'nieuwe' fabriek, die tot doel had het fabriceren van linnen, pellen, tafelgoederen en andere gelijkwaardige stoffen was in zekere zin toch een tweedeling te bespeuren. Cornelis handelde naast bovengenoemde ook op eigen rekening in linnen garens. Deze garens werden ondermeer verkocht aan de kleine fabrikanten, die soms ook weefden of lieten weven door de grote firma's. Johannes Cornelis ging daarentegen handelen in katoenen en wollen manifacturen en kruidenierswaren. De heren verging het goed want ze waren in staat schenkingen te doen en leningen te verstrekken. 

Bron: Regionaal Archief Tilburg > Koninklijke bibliotheek in Den Haag (Historische kranten) > Advertenties in het weekblad van Tilburg (20 juni 1868).