Watermolen Spoordonk (foto’s)

 

Fotoreportage gemaakt tijdens een bezoek aan kapel O.L.V. de Heilige Eik

 en de Watermolen in Spoordonk

op 12 juli 2009

( lees hier ook de werking van de Spoordonkse Watermolen )

We verzamelen ons op de parkeerplaats bij kapel O.L.V. van de Heilige Eik

Informatiebord bij kapel O.L.V. van de H.Eik

    Informatiebord bij de kapel O.L.V. van de H.Eik

Informatiebord bij kapel O.L.V. van de H.Eik

    Informatiebord bij de kapel

Kapel O.L.V. van de H.Eik

    Kapel Onze Lieve Vrouw van de Heilige Eik, bij de rivier de  Beerze in Spoordonk

Interieur van de kapel

         Interieur van de kapel    

De originele eik is ter ziele, maar een jonge aanplant moet de herinnering in ere houden

De originele eik is ter ziele, maar een jonge aanplant moet de herinnering in ere houden    

Informatiebord bij de 'nieuwe' eik

Informatiebord bij de ‘nieuwe’ eik

Gevelsteen met inscriptie AMDLC 1868.

In 1868 werd de houten romp van de watermolen vervangen door bakstenen. Op een (vernieuwde) gevelsteen staat de inscriptie AMDLC 1868. De betekenis hiervan is nog niet geheel duidelijk, maar de letters DLC betekenen waarschijnlijk De La Court, een afkorting van de achternaam van de toenmalige eigenaar Leopoldus de La Court. Wat AM betekent is nog niet achterhaald.

Even wachten tot de vorige rondleiding is afgelopen. 

    Even wachten tot de vorige rondleiding is afgelopen. 

Reclame op de buitengevel.

Deze reclame op de buitengevel heeft niets met de watermolen zelf te maken. Het is puur een reclame-uiting. De eigenaar van de molen kreeg als dank hiervoor een X-aantal flessen jenever.

De achterzijde van de watermolen.

De achterzijde van de watermolen. Hier is duidelijk te zien dat het rechtergedeelte als woning is ingericht. Dit was voorheen de oliemolen en die is bij de  restauratie verdwenen. Het linkergedeelte is de nog reeds bestaande korenmolen.

De achterzijde, met waterrad, van de watermolen

Het water van Beerze stroomt vanaf de andere kant, met een verval van twee meter, onder het waterrad door. Vandaar dat deze molen een  ONDERSLAGWATERMOLEN is. Het is heel erg jammer dat het rad van de oliemolen geheel verdwenen is. Een tweede rad, echter zonder aandrijfmechanisme, zou de molen vanaf deze kant een beter en fraaier aanzien geven hoe het is geweest. Per slot is de watermolen ook een museum en er komen zeer veel gasten.

De watermolen heeft drie sluizen. Twee voor de waterraderen en de middelste staat altijd wat open om wat stroming in het water te hebben.

Achterzijde van de watermolen
Vanaf de achterzijde van de watermolen kijkt men op de landerijen die in het verleden toebehoorde aan onze voorouders. Dit gebied, tot aan de Broekstraat, had dan ook de naam ‘de LUSDONCK’. Na de ruilverkaveling in 1948 verdween de naam voorgoed. Door deze ruilverkaveling ontstond ter plekke een grootschalig landbouwgebied.

De binnenzijde van de korenmolen.
Het interieur van de Spoordonkse Watermolen. Men bevindt zich hier in de nog in werking zijnde korenmolen. Hier, op de benedenverdieping, word het gemalen graan in zakken opgevangen.
 

Binnenzijde van de korenmolen.

Een kleine, mechanisch aangedreven, graanmolen.

 

Binnenzijde van de korenmolen.

Interieur van de korenmolen. Hier word het gemalen graan in zakken opgevangen. Achter, in het midden, ziet men de vertikale KONINGSAS die zowel de maalstenen op de steenzolder als het luiwerk op de luizolder aandrijft. Het grote ASWIEL, achterin, is rechtstreeks verbonden met het waterrad dat zich aan de andere kant van de achterwand bevindt. De snelheid van de koningsas kan men regelen door het water langzamer of sneller door de sluis te laten stromen.

Binnenzijde van de korenmolen.

Emile van Esch vertelt over de geschiedenis van de watermolen, en ook over de werking. De watermolen dateert van voor 1320. Het was een houten gebouw dat behoorde bij het kasteeldomein ’ten BERGH’. Aan de overkant van de watermolen bevindt zich nog de, gerestaureerde, rentmeesterswoning die diende als poortgebouw van genoemd kasteel. In 1501 werd voor zes jaar de watermolen gepacht door Jan en Henrick zonen van Jan Gerardus van der Lusdonck die getrouwd was met Lijsbet. Maar ook 32 jaar later, in 1533, zien we dat de watermolen weer gebruikt wordt door een van onze voorouders. Genoemde Henrick van der Lusdonck pacht nu samen met zijn zoon Geraert de watermolen. Meestal werd zo’n pacht verleent voor een periode van zes jaar.

Op deze foto ziet men duidelijk hoe het gemalen graan vanuit de MEELPIJP en de MAALBAK in de meelzak terecht komt. Achter Emile bevindt zich een trap naar de STEENZOLDER. Langs deze trap is een glijplank aangebracht. Via deze plank wordt een zak met graan, die wel 50 kg weegt, door het LUIWERK op de LUIZOLDER naar boven gehesen.

Museumgedeelte in de watermolen.

    Museumgedeelte in de watermolen.

Men bevindt zich hier op de STEENZOLDER van de watermolen.

Men bevindt zich hier op de STEENZOLDER van de watermolen. Molenaar en eigenaar Emile van Esch geeft tekst en uitleg bij de MAALGANG. Het grote SPOORWIEL (boven), aangedreven door de (dikke) KONINGSAS, drijft het RONDSEL aan. De spil die van daaruit naar beneden door de maalstenen loopt is de STEENSPIL. Het koren wordt eerst in de vierkante bak, de KAAR, gegooid. Via een schuif en een ratelmechanisme wordt het koren gelijkmatig en beetje bij beetje, via het gat rond de steenpil tussen de maalstenen gebracht. Door de vormgeving van de groeven in de maalstenen wordt het koren vermalen en naar de buitenkant gedreven, in de STEENKUIP. Via een MEELPIJP en MAALBAK komt het gemalen graan uiteindelijk in de meelzak terecht. 

Links, op de steenzolder, bevindt een koppel blauwe stenen (natuursteen). Rechts bevindt zich een koppel kunststenen. De blauwe stenen malen fijner dan de kunststenen.

De MEELKIST naast de KAAR diende voor de beloning van de molenaar. Als een boer een zak met graan liet malen, mocht de molenaar als beloning enkele scheppen van dat graan in de meelkist doen voor hemzelf. Er werd dan ook niet met geld betaald, maar het was een soort ruilhandel.

Hier ziet men hoe het gemalen graan vanuit de MAALBAK in de meelzak valt. 

    Hier ziet men hoe het gemalen graan vanuit de MAALBAK in de meelzak valt. 

Her scherpen van de MAALSTENEN.

Als de maalstenen afgesleten zijn moeten men die opnieuw scherpen, dit noemt men ‘BILLEN’. Met een ingenieus mechanisme, de STEENKRAAN, kan men de bovenste steen, de zgn. LOPER, met een gewicht van ongeveer 1200 kg, optillen en omkeren. De onderste steen, de LIGGER, blijft liggen. Deze steen blijft trouwens stil liggen bij het malen van het graan. Alleen de LOPER draait. Met een BILHAMER worden de groeven weer dieper gemaakt. Dit gebeurde vroeger met een olielampje, want dan kon men aan de schaduw zien of de groeven alle even diep waren. Dit billen deden de molenaars zelf. 

Een impressie van het LUIWERK op de LUIZOLDER.

Een impressie van het LUIWERK op de LUIZOLDER. Het luiwerk werkt als een takel. Het is aangebracht op de KONINGSAS waarop een houten wiel rust. Het LUITOUW (rechtsboven) wordt naar beneden gehaald en met een MULDERTJE wordt de zak vastgemaakt. Via de glijplank, die op een van de vorige fotoos te zien is, kan de zak met koren naar boven worden gehesen. Als men het STUURTOUW losmaakt komt het houten wiel op de houten as te liggen. Automatisch wordt het luitouw weer opgerold en komt de zak naar boven. Bij de MEELKIST, wordt het stuurtouw weer vastgezet en de zak losgekoppeld. 

Een impressie van de MAALGANG op de STEENZOLDER. 

 Een impressie van de MAALGANG op de STEENZOLDER. Zie rechts de KAAR en de MEELKIST.

Nog een impressie van de MAALPIJP en MAALBAK in het het onderste deel van de graanmolen.

    Nog een impressie van de MAALPIJP en MAALBAK in het het onderste deel van de graanmolen. Langs de trap is duidelijk de GLIJPLANK te zien waar langs de zakken met koren naar boven worden gehesen. 

Dan nog even iets over het ONDERHOUD en BEHOUD van de watermolen. Regelmatig moet de molen nagekeken worden op loszittende tanden. Met een speciale bijenwas zorgt men ervoor dat de raderen en rondsels soepel blijven lopen. Hout werkt altijd. Als het vochtig is zet hout uit en bij droogte krimpt het. Als het waterrad niet in gebruik is wordt het altijd geblokkeerd. Bij een hevige regenbui bestaat de kans dat het water over de sluis komt. Het rad zou kunnen gaan draaien en zelfs doldraaien. Vroeger had men rond de watermolen een groot waterbekken. Men kon dan bij droogte toch blijven malen. Tegenwoordig, bij extreme droogte, maakt men gebruik van een hamermolen (die gaat op elektriciteit) of een dieselmotor die via banden de koningsas aandrijft.

Verder is het nog belangrijk dat de watermolen regelmatig in werking is. Door het trillen van al het draaiwerk voorkomt men ongedierte, zoals houtworm of boktor, in de houten constructie.

Einde van deze zeer interessante rondleiding.

    Einde van deze zeer interessante rondleiding. Nog even, met zijn allen, op de foto. Jammer, maar de auteur van deze webpagina staat aan de andere kant van de camera. 

 

Bron: Fotoos en tekst door Ad van de Lisdonk (Oostrum-Lb), bezoekershandleiding met uitleg over de werking van de molen, uitgegeven door de ‘Spoordonkse Watermolen’en verkregen bij een eerdere rondleiding van de auteur in 2000, tekst en uitleg door Emile van Esch tijdens onze rondleiding op 12 juli 2009.

Comments are closed.