Lijsdonckhoeve
te Klein-Sinaai (België)
Dit is het neerhof van het oorspronkelijke Lijsdonckhof
Wel of geen familierelatie?
Na jaren van onderzoek naar onze voorouders met als oorsprong Spoordonk bij Oirschot intrigeerde mij de ontdekking van een hoeve in de omgeving van Klein-Sinaai in België met de naam Lijsdonckhoeve.
Ondanks dat de naam anders doet vermoeden is er waarschijnlijk geen familierelatie. Buiten de oorspronkelijke bewoners zijn er geen nakomelingen bekend met de naam Lijsdonck of een variant daarop, vernoemd naar het Lijsdonckhof in Klein-Sinaai.
Desalniettemin ik wil jullie de interessante geschiedenis van dit complex niet onthouden.
Om die goed te kunnen weergeven was een persoonlijk bezoek aan de hoeve noodzakelijk. Daarom hebben we de reis naar onze vakantiebestemming in Zeeuws-Vlaanderen op 31 augustus 2016 onderbroken voor het bezoek aan bovengenoemde Lijsdonckhoeve. Vanaf Antwerpen werd er richting Gent gereden. Op de A14 afslag 13 reden we via Belsele naar het gehuchtje Lijsdonck in Klein-Sinaai (Sint-Niklaas). Via de Hulstbaan en de Leestraat kwamen we aan bij een toegangsweggetje naar een oude boerderij. Door een historische poort kijkend hadden we zicht op het terrein waar wat tenten stonden met spelende kinderen. Na wat rondgekeken te hebben kwam een Belgische mevrouw naar ons toe. Enige uitleg over onze nieuwsgierigheid prikkelde haar om ons uit te nodigen voor een rondleiding om de boerenhoeve heen. Heel gastvrij. Ook binnen mochten we kijken waar de kinderen, bij slecht weer, hun speelruimte hebben. In een grote ruimte met hoog plafond met balken, een prachtige trap naar boven en een grote open haard lag een mooie rode boerentegelvloer. Vroeger is deze ruimte als varkensstal gebruikt. Na de nodige uitleg over de geschiedenis van de hoeve, enkele foto’s en de gastvrije dame bedankt te hebben vertrokken we verder naar onze vakantiebestemming.
Het bezoek aan deze hoeve heeft mij als onderzoeker toch een speciaal gevoel gegeven. Zouden hier wortels van onze familie te vinden zijn? Waarschijnlijk niet. De vraag waar dit gevoel dan wel vandaan komt is niet zo maar te beantwoorden. Hopelijk zijn er toch nog een of meerdere archiefstukken te ontdekken die een familierelatie en mijn gevoel doen bevestigen.
De Lijsdonckhoeve was oorspronkelijk een ontginningshoeve waarvan de oorsprong tot de 13e eeuw en mogelijk tot de 12e eeuw teruggaat. Het vormde het zomerverblijf en de residentie van de abt van de Boudelo-abdij.
De hoeve, ook wel neerhof genoemd, behoorde samen met kasteel Lysdonck (het opperhof) toe aan de abdij van Boudelo te Gent.
Hierboven ziet U een impressie van de Lijsdonckhoeve en het bakhuis zoals deze nu nog bewoond en gerestaureerd wordt door de huidige bewoner Clemens De Gendt. (Bron: Fotoarchief Clemens De Gendt)
De oude Lijsdonckhoeve met bijbehorende gebouwen (bakhuis en de ruïne van twee schuren) zijn op 8 juli 1999 officieel beschermd en als monument geregistreerd. Dat wil zeggen:
Het is op die datum:
– vastgesteld als beschermd monument.
– beschermd als stads- en dorpsgezicht, feitelijk hoeve Lijsdonck en omgeving.
Sinds 5 oktober 2009 is het object ook aangemerkt als bouwkundig erfgoed.
Het oorspronkelijke domein is een beschermd landschap, evenals de site (volledige kavel) in het bestemmingsplan. In België spreekt men van het algemeen plan van aanleg.
Kasteel Lysdonck
te Klein-Sinaai (België)
Net zoals voor de abdijgebouwen is er ook van het Lysdonkhof een tekening bewaard, dit keer uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.
Een voorstelling van het Lysdonkhof vinden we dan ook terug in de ‘Flandria Illustrata’ van Antonius Sanderus uit 1641.
De tekenaar liet hierbij echter zijn fantasie de vrije loop zodat de gravure zeker kritisch en onder voorbehoud bekeken moet worden.
Sanderus schonk enkel aandacht aan het kasteeltje en de rest moet met een korreltje zout genomen worden. Zo zou de grote schuur (in de rechterhelft van de afbeelding) op het neerhof te veel naar rechts staan. En het landschap is in deze streek natuurlijk niet zo heuvelachtig als de tekening laat geloven. Tegenwoordig wordt de naam veelal geschreven als Lijsdonckhof.
Het Lysdonckhof volgens de landkaart van Landeghem (1670).
Geschiedenis in het kort
De Lijsdonckhoeve te Klein-Sinaai bevindt zich langs de Leestraat en de Hulstbaan, in het gehucht Lijsdonck. De woonhoeve werd in 1297, na het overlijden van haar vader Boudewijn, heer van Lysdonck, geschonken door Beatrijs aan de Baudelo-abdij te Sinaai, naar aanleiding van de intrede van haar broer als monnik in deze abdij. Deze schenking wijst op het bestaan van een oude ontginningshoeve die vermoedelijk reeds bestond voor de stichting van het oorspronkelijk Baudeloklooster in 1197-1198. De abdij van Baudelo vervulde voor het Waasland een belangrijke rol in de ontginning van het gebied in de 13de en 14de eeuw.
Na de plundering en verwoesting van de Baudeloabdij door de calvinisten in 1578 ging het Lijsdonckhof – dat bestond uit een opper- en neerhof – fungeren als zomerverblijf en zelfs als residentie voor de abt, de procurator en de viceprocurator van de Gentse Baudelo-abdij, van waaruit ze hun goederen in het Waasland en het Axeler en Hulster ambacht bestuurden. Dit duurde tot de verkoop van het hof in 1795 onder de Franse bezetting.
Hoewel het opperhof van Lijsdonck in 1822 werd gesloopt zijn nog enkele getuigen bewaard gebleven: een woning, bakoven, ruïne van een schuur en tot kort voor de bescherming (1999) (later weggerenoveerde) oude muurrestanten die opgenomen waren in een recenter gebouw. Anderzijds wijzen lichte grondverzakkingen op de ligging van een wal rond het opperhof, de zomerresidentie van de Baudelo-abdij tijdens haar Gentse periode.
Iconografische documenten bewijzen niet alleen het bestaan van het opperhof van Lijsdonck maar geven bij benadering hetzelfde beeld van dit historisch domein: gravure bij A. Sanderus’ Flandria Illustrata (1641-1644), het Caertenboek van 1668-1670 van landmeter Anthonis van Landeghem, de kabinetskaart van Ferraris van 1770-1778 en een beschrijving van het midden van de 18de eeuw in het archief van de heer d’Hane-Steenhuyse te Gent.
De prent bij Antonius Sanderus’ Flandria Illustrata toont binnen een met water gevulde gracht een boomgaard en een tuin, beiden gescheiden door een gebouwencomplex dat bestaat uit een hoofdgebouw van twee bouwlagen met trapgevels en zadeldak en een veelhoekige traptoren. Verder een eenlaags gebouw met aanbouw haaks daarop, met trapgevels en pannenzadeldaken. Tegen het hoogste gebouw is een kapel van twee traveeën en een driezijdige absis opgetrokken. In de hoek van de boomgaard bevindt zich een schuur. De toegang tot het domein gebeurt via een stenen brug over de wal met een poort in een muur die aan weerszijden door een ronde, toen reeds in bouwvallige staat verkerende toren is geflankeerd.
Meer over de geschiedenis van het Lijsdonkhof zie:
‘Geschiedenis van het Lysdonckhof en de Boudelo-abdij’
Omschrijving van de hoeve
De zuidwestelijk gelegen percelen vormden samen het grootste deel van het neerhof van het Lijsdonckhof. De zich daarop bevindende constructies, namelijk het vijf traveeën en één bouwlaag tellende woonhuis met haakse achterbouw en de restanten van de schuren, het zogenaamde woonhuis voor een knecht en het zogenaamde bakhuis, laten verschillende verbouwingen zien, maar verkeren op het moment van de bescherming (1999) in staat van verval.
Het eenlaags bakstenen woonhuis telt vijf traveeën waarvan de inkompartij – de tweede travee van links – in het dakvlak als standvenster met trapgevel en witstenen kruiskozijn doorloopt. De deur is met versierd deurkalf en bovenwaaier gevat in een 18de-eeuwse kalkstenen, als spiegelboog met waterlijst uitgewerkte omlijsting, die echter niet van het Lijsdonckhof herkomstig is, maar door de vorige eigenaar werd geplaatst. De vier ramen van de voorgevel, van stenen kruiskozijnen en diefijzers voorzien, hebben een gepleisterde omlijsting op de negblokken; de drie ramen rechts van de inkom hebben bovendien buitenluiken.
De linker zijgevel heeft onderaan een eenvoudig rechthoekig venster met diefijzers. In de topgevel bevindt zich een groter raam met kruiskozijn en zandstenen negblokken. De rechter zijgevel heeft beneden een raam van recentere datum en in de topgevel een raam met stenen kruiskozijn.
Een kleine bakstenen aanbouw achteraan is van recentere datum en werd onder een gemeenschappelijk pannenzadeldak met het hoofdgebouw gebracht. De linker helft van deze achtergevel wordt ingenomen door een haakse baksteenbouw van een enkele bouwlaag onder pannenzadeldak, geopend met drie vensters en een venster in de geveltop. De ramen zijn hier gevuld met 19de-eeuws schrijnwerk, maar het bovenste raam heeft nog zijn stenen kruiskozijn ofschoon de bovenlichten er tot voor kort nog blind waren gemetseld. Zoals bij het bovenste raam wijst bij de ramen van het gelijkvloers de aanwezigheid van dubbele segmentvormige ontlastingsboogjes op het oorspronkelijk bestaan van stenen kruiskozijnen, waarvan de bovenlichten echter voor de helft werden blindgemetseld. De linker zijgevel van deze uitbouw heeft geen openingen. Inwendig treft men rode tegelvloeren en vloeren uit Doornikse kalksteen aan naast oude balkenconstructies.
De bakoven, gelegen ten noordoosten van de woning, is een kleine met zogenaamde kloostermoppen (30,00 centimeter x 6,50 centimeter x 14,00 centimeter) opgetrokken constructie onder pannenzadeldak, met boven de dakhelling uitstekende vlechtingen in de puntgevels. Men bemerkt er een rondbogige inkom met ernaast een zeer bouwvallig witstenen kloosterkozijn.
Op het noordwesten, voor de woning, bevindt zich wat overgebleven is van een bakstenen schuur, een ruïne van nog slechts enkele muren, waaronder een (noordoostelijke) gevel met verglaasde sierpatronen.
Ten noordwesten van de woning van het Lijsdonckhof treft men wat verspreide bebouwing van recentere datum aan. Anderzijds heeft ruim de noordoostelijke helft van het domein, op het noord- en zuidoosten begrensd door een restant van een gracht, in de loop van de 19de eeuw een grondige transformatie ondergaan waardoor het oorspronkelijk element volledig onherkenbaar is geworden. Het valt niet zonder meer uit de prent bij Antonius Sanderus op de maken of dit gebied van meet af aan tot het domein van het Lijsdonckhof heeft behoord. Men treft hier onder andere aan: een buitengracht, een rechthoekige gracht in het domein, een gietijzeren hek, populieren en knotwilgen en een dreef. Ofschoon hier van de oorspronkelijke aanleg geen sporen meer vallen waar te nemen illustreren deze percelen, die ruim de helft van de huidige domeinconfiguratie beslaan, een 19de-eeuwse evolutie in de aanleg.
Het neerhof is als landbouwhoeve tot 1962 gebruikt. Het, nu beschermd monument, is in 1963 door de familie Pyl aangekocht.
Staf Pyl was een bekend glazenier. Hij heeft een begin gemaakt met de restauratie van het Lijsdonckhof.
In 1995 is het neerhof eigendom geworden van de familie De Gendt.
Clemens De Gendt, de huidige eigenaar, is sinds de dag van aankoop doende met de restauratie van het woonhuis en het bakhuis. Door zijn betrokkenheid, kennis en inzet zijn deze gebouwen gered van verder verval.
De omgeving van de Lijsdonckhoeve is beschermd als dorpsgezicht omwille van het algemeen belang gevormd door de historische en wetenschappelijke waarde als voorbeeld van een 19e eeuwse parkaanleg, aansluitend bij en als uitbreiding van het residentiële karakter van het voormalig Lijsdonckhof of er mogelijk oorspronkelijk deel van uitmakend.
Bronverantwoording:
. Het kaartenboek van Klein-Sinaai rond 1670 door: Jackie Thiron.
. Het land van Reynaert door: Rik van Daele, Marcel Ryssen & Herman Heyse, Hetland van Reynaert. Davidsfonds, Leuven 1993 (tweede druk).
. De ruimtelijke organisatie van landerijen op het vroegmoderne Vlaamse platteland door: Lies Vervaet.
. Sinaïek Tijdschrift van Heemkring “Den Dissel” Sinaai > 6e jaargang nr 2 (2010) & 4e jaargang nr 4 (2008).
. Bron fotomateriaal ‘de Lijsdonckhof’: Fotoarchief Clemens De Gendt.
. Aanvullingen en correcties van de huidige eigenaar van de hoeve, Clemens De Gendt. (11 augustus 2017)
. Abdij van Boudelo > Algemeen
. Abdij van Boudelo > Geschiedenis
. Abdij van Boudelo > Het Lysdonckhof
. Klein-Sinaai (België) > Algemeen
. Klein-Sinaai (België) > Gesprek met de eigenaar van de Lijsdonckhoeve.
. Obituarium van de Baudelo-abdij. Vita Balduini de Bocla, fundatoris monasterii de Bodelo. > Chronologische lijst der kloosterlingen tot 1781 / Kopiist en verluchter: Judocus Horenbaut.