De vernieuwde website van de familie van de Lisdonk is (nog) volop in bewerking
Hoeve geheijten ’ter Lulsdonc’
oudst gevonden overdracht op 28 juni 1405 en 7 november 1412
1405 juni 28 in vigilia beatorum Petri et Pauli apostolorum (korte transcriptie)
Rutgherus geheten de Audenhoven heeft overgedragen voor de schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Johannes geheten van den Doirn de Airscot alle cijnsgoederen die Walterus en Henricus, kinderen van Willelmus geheten de Audenhoven, bezaten in de parochie Oirschot, en een stukje wei geheten Tsoens Beemt, gelegen bij een plaats geheten Otendonc, een akker geheten Die Grote Acker, gelegen bij een plaats geheten Cruys Eycke, de helft van een hoeve geheten Ter Lulsdonc ter plaatse geheten Spoerdonc en een stukje grond ook bij Cruys Eycke en al hun goederen ter plaatse geheten Wreynlaer, alle gelegen in de parochie Oirschot. (Bron: Rijksarchief ‘s-Hertogenbosch > Kapittel van Oirschot, toegang R241, R241, inv. 218)
Schepenzegel aan deze akte is van Jacobus Tijt. Dat van zijn ambtgenoot Goeswinus Steenwech is verloren. (Bron: Rijksarchief ‘s-Hertogenbosch > Schepenzegel van Jacobus Tijt, Kapittel van Oirschot toegang R241, inv. 372, regestno. 218, negatiefnr. 50-Q6-8, datum 28-06-1405)
1412 november 7 supra cymiterum ecclesie de Oerscot (korte transcriptie)
Johannes geheten van den Dorne de Arscot, clericus van Luik, heeft afstand gedaan van alle aan de ommezijde van deze akte vermelde goederen, met uitzondering van de goederen in Wreynlaer (in Oirschot); waarbij als getuigen aanwezig waren heer Willelmus de Petershem en Lambertus de Cortenbach, kanunniken van Sint-Petrus in Oirschot. (Bron: Rijksarchief ‘s-Hertogenbosch – Kapittel van Oirschot toegang R241, inv. 240)
Opmerking: De overdracht van 7 november 1412 staat vermeldt op de achterzijde van de akte van 28 juni 1405
‘de LUSDONCK’, gelegen achter de Spoordonkse Watermolen
Geschiedenis
De wortels van onze familie liggen in het gebied ‘in de Broeckstraat’ in Spoordonk bij Oirschot. Hier stond, naast de Spoordonkse Watermolen, de hoeve ’ter Lulsdonck’, pal aan de weg van Oirschot naar Moergestel. Achter, en naast de hoeve lag een grote akker, ongeveer 2 ha groot, die toebehoorde aan onze voorouders. Velen van hen woonden hier en bewerkten de grond om te voorzien in hun onderhoud. Enkele van hen waren ook eigenaar en/of molenaar op de Spoordonkse Watermolen. Het lukt steeds beter een beeld te creëren wie zij waren en hoe zij leefden. Hieronder vindt U een overzicht van alle informatie die tot op heden, over de hoeve en de omliggende landerijen (= belendende percelen) bekend is. Zowel ‘in de Broeckstraat’ als ‘de Lulsdonck’ zijn zeer oude toponiemen die reeds voorkwamen toen de heren van Oirschot het hier nog voor het zeggen hadden.
Zie ook: Belendende Percelen & Eigenaren/bewoners van de hoeve
28 juni 1405 – Verkoop van de halve hoeve ’ter Lulsdonc’
-
Rutgherus geheten de Audenhoven heeft overgedragen voor de schepenen van ‘s-Hertogenbosch aan Johannes geheten van den Doirn de Airscot alle cijnsgoederen die Walterus en Henricus, kinderen van Willelmus geheten de Audenhoven, bezaten in de parochie Oirschot, en een stukje wei geheten Tsoens Beemt, gelegen bij een plaats geheten Otendonc, een akker geheten Die Grote Acker, gelegen bij een plaats geheten Cruys Eycke, de helft van een hoeve geheten Ter Lulsdonc ter plaatse geheten Spoerdonc en een stukje grond ook bij Cruys Eycke en al hun goederen ter plaatse geheten Wreynlaer, alle gelegen in de parochie Oirschot. (Op de achterzijde van deze akte staat vermeld, de akte van 7 november 1412) (Bron: Rijksarchief ‘s-Hertogenbosch > Kapittel van Oirschot, toegang R241, inv. 218)
7 november 1412 – Verkoop van de halve hoeve ’ter Lulsdonc’
-
Johannes geheten van den Dorne de Arscot, clericus van Luik, heeft afstand gedaan van alle aan de ommezijde van deze akte vermelde goederen, met uitzondering van de goederen in Wreynlaer (in Oirschot); waarbij als getuigen aanwezig waren heer Willelmus de Petershem en Lambertus de Cortenbach, kanunniken van Sint-Petrus in Oirschot. (Let op! Met de ommezijde van deze akte wordt bedoeld de akte van 28 juni 1405) (Bron: Rijksarchief ‘s-Hertogenbosch – Kapittel van Oirschot toegang R241, inv. 240)
6 juni 1422 – hoeve ’ter Lulsdonc’
-
Tussen oktober 1421 en september 1422 wordt genoemd ‘die hoeve te Lulsdonc‘. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
-
In het protocol worden de volgende personen genoemd. Jan van Vlierden zoon van wijlen Daniël, Wouter van den Nuwenhuijs en Jacop Lippensoen van Heirsel. Mogelijk is een van hen de eigenaar van deze boerderij.
-
(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1406/1427 – BP 1192 – Oirschot – okt. 1421/sept. 1422 folio 316r, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1433/1434 – Willem Henrix van Audenhoven is eigenaar van de hoeve ’ter Lulsdonc’
-
Willem Henrix van Audenhoven, bezit een huis en aangelag ’ter Lulsdonc’. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
-
Verder zijn in dit protocol genoemd: Kathelijn dochter van wijlen Henrick van Kersp van Dommelen en Margriet natuurlijke dochter van Mr. Henrick van Vlierden en van Kathelijn voornoemd. (Wat hun relatie is tot de hoeve ’ter Lulsdonc’ is niet duidelijk.)
-
(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1427/1443 – BP 1204 – Oirschot – okt. 1433/sept. 1434 folio 178v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1451/1452 – Pacht uit de ’t goed ‘Lulsdonck’ in Spoerdonc
-
Pacht uit ’t goed ‘Lulsdonck’ in Spoerdonc. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden) (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1443/1455 – BP 1222 – Oirschot – okt. 1451/sept. 1452 folio 39v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
22 oktober 1455 – Levering van 8 cijnsgoederen uit ’t goed ‘Lulsdonck’
-
Willem zoon wijlen Gerit van der Aa zoon wijlen Heer Willem van der Aa, ridder heeft opgedragen aan Roelof Goijartss van Asten een levering van 8 cijnshoenderen op Allerheiligen uit ’t goed “Lulsdonck” . Roelof moest …. ?? die hoenderen leveren, 22 oktober 1455. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1455/1470 – BP 1226 – Oirschot – okt. 1455/sept. 1456 folio 8v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1460/1461 – Jan Daniëls van Vlierden, bezat de helft van die hoeve ’te Lulsdonck’
- Jan Danielss van Vlierden, bezat de helft van die hoeve te Lulsdonck. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- Verder zijn in dit protocol genoemd: Kathelijn Wouter van den Nuwenhuijs weduwe van Peter Willemss van den Scoet en haar zoon Willem. (Wat hun relatie is tot de hoeve ’te Lulsdonck’ is niet duidelijk.) (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1455/1470 – BP 1231 – Oirschot – okt. 1460/sept. 1461 folio 73r en 73v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1460/1461 – Jacop Luppertss van Heersel bezat de helft van ’t goed ‘Lulsdonc’ in Spoerdonc
- Jacop Luppertss van Heersel, bezat de helft van ’t goed “Lulsdonc” in Spoerdonc. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- Verder zijn in dit protocol genoemd: Leunis Wouterss van den Nuwenhuijs en Meeus Willem Janss man van Heilwich Wouter van den Nuwenhuijs. (Wat hun relatie is tot ’t goed ‘Lulsdonc’ is niet duidelijk.) (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1455/1470 – BP 1231 – Oirschot – okt. 1460/sept. 1461 folio 73v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1460/1461 – Pacht uit de hoeve ‘Te Lulsdonc’
- (Pacht uit de hoeve te Lulsdonc). (De originele akte moet nog uitgewerkt worden) In dit protocol worden genoemd: Mr. Jan van Asten zoon wijlen Goijart van Myllen, kanunnik te Luik en Kathelijn Willem van der Nuwenhuijs weduwe van Peter Willemss van den Scoet. (Wat hun relatie is tot ’t goed ‘Lulsdonc’ is niet duidelijk.) (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1455/1470 – BP 1231 – Oirschot – okt. 1460/sept. 1461 folio 112v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1460/1461 – Pacht uit ’t goed ‘Lulsdonc’
-
Roelof Goijarts had (vroeger) verkregen van Willem zoon wijlen Gerit van der Aa, zoon wijlen Heer Willem van der Aa, ridder, 8 cijnshoenderen pachten uit ’t goed “Lulsdonc” (zie 22 oktober 1455) (De originele akte moet nog uitgewerkt worden) (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1455/1470 – BP 1231 – Oirschot – okt. 1460/sept. 1461 folio 112v, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
12 augustus 1470 – Stuk beempt geheten de Ludsdonck
- Gerart en Art broers, kind. +Henric Gerits s.v. den Schoet voor hen zelf en voor Jan hun wettige broer, hebben opgedr. + overgeg. Aleijt Gerits d.v. v.d. Schoet t.b.v. haar en haar wettige kind. verkregen bij Peter v. Ges(tel? valt in de rand weg) + haar wettige man als alzulken gedeelt inder erffenissen hen verstorven van Gerit van den Schoet+ hun ouder vader uitgezonderd 2 stukken beemps die Gerit van den Scoet gekocht had van Jan Maercolf in een stuk beemps geh. de Tijmmerdonck, gelegen tot Spoerdonck. Bp (?) – Dezelfde Aleijt en haar kind. erff – Peter Jacops erff v.Esch – erff der erfg. Jan Gerits s.v. der Ludsdonck gelijc Gerit van den Schoet hun ouders vader dat gekocht en vercregen heeft tegen Jan Maercolf als momb. v. Aleijt s.w. 12 aug. 1470 Dormalen – Spina.
- Jan zn. +Wilhelm v. der Heijden heeft opgedr. + overgeg. Aleijt voors. en haar kind al alzulken gedeelt als hij hebbende is in een stuk beemps geh. de Ludsdonck beempt, gelegen tot Spoerdonck. Datum ut supra (=12 aug. 1470) (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA124a f55 – 12 augustus 1470 (boek 1470/1473) – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
15 augustus 1470 – Stuk beempt genoemd de Lusdonck
-
Verschenen is hier Jan Jan Maercolfs als man van Aleijt dochter van wijlen Gijsbrecht Goijaerts van Ellaer en verkoopt met schepenbrief nu een stuk land aan Gerard Jan Heijlgheenen, genoemd de Roij Rijt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. het erf van de heer van Petershem, Willem van der Heijden, de rivier de Aa. Nog verkoopt hij een stuk beemd genoemd de Lusdonck, eveneens onder Spoordonk, b.p. het erf van Gerard als koper, de kinderen van Jan Gerarts en diens broer Henrick, de gemeijnte. Van deze 2 stukken land had Jan als verkoper samen met Gerard het totale bezit ervan verkregen en de helft ervan had hij gekocht van Engbrecht van den Loeven (?) als man van Lisbeth dochter van genoemde Gijsbrecht Goijaerts en de andere helft had hij vanwege zijn vrouw Aleijt geerfd. Dat bezit was de zusters Aleijt en Lisbeth samen toebedeeld volgens de verdeelbrief ervan tussen broers, zusters en hun zwagers. Jan als verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve 3 zesters rogge per jaar, Bossche maat in Den Bosch ook te leveren en nog 7 en een halve penning als cijns uit de 2 percelen samen, nog 6 lopen rogge Oirschotse maat. Datum op O.L. Vrouwe Assumptionisdag, getuigen Jacop Dormalen en Willem Geldrop. ((O.L. Vrouwe Assumpionisdag = Maria Hemelvaart = 15 Augustus 1470 – AvdL – Bron: RA123a – 15 augustus 1470 akte 186, Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
25 februari 1475 – de Ludsdonk als belendend perceel (?)
- Sophia, Mechtelt en Yda, zusters, dochters van Wilhem Art Voss hebben een erfdeling gedaan, na de dood van vader en moeder. O.a. (Yda is ten deel gevallen) 1/3 deel in een ecker geh. …….(?) tot Spordonck Bp – Art Vos …… hun oom – aen de Lusdonck (?) – Jan Gerits van der Ludsdonck. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA125a f76, 77 – 25 februari 1475 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
17 mei 1475 – de Luijdsdonk als onderpand
- Komen zijn Jan zoon wijlen Henrick van Oudenhoven en met hem zijn zoon Jan en verkopen nu aan Willem van Katwijck die het kindsdeel van Jan junior in een pacht van 4 mud rogge, zijnde 9 lopen rogge, eigendom van genoemde Jan de jonge, die weer afkomstig is uit een pacht van 8 mud rogge, welke pacht voor de helft werd beloofd door Willem van Katwijck en voor de andere helft door Willem Rutgers uit bepaalde onderpanden genoemd de Luijdsdonk (Lulsdonk, JT), gelegen in herdgang Spoordonk. Die 9 lopen komen in mindering op de pacht van de 4 mud. (Katwijck lost dus 9 lopen af, JT). Datum 17 mei 1475, getuigen Haest en Gerit Huijskens. (Bron: RA124a – 17 mei 1475 – akte 0651 Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
25 april 1476 – die Luijdsdonck als onderpand
- Jan zn +Henric v. Audenhoven (Jan doorgestreept = die Wilde) alsulcken tocht, die Jan bezit, in 8 mudde rogge, die Jan en zijn kinderen “geldende hebbende” uit zekere erffenisse geh. die Luijsdonck, inder hersc. v. Spoerdonck.
- O.a. …… Gheerit Groijs zn +Wouter Groijs als m+m Aerden s.w. dr. Jan voers. 25 April Dormalen – Rutgheren? – Johannes die selve Gheerit, heeft de pacht v.d. mudde rogge uit de pacht v. 8 mudde rogge opgedragen Willem v. Catwijck zn +Jan v. Catwijck. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA124a f6 – 25 april 1476 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Verschenen is Jan zoon wijlen Henrick van Oudenhoven (de Wilde = doorgestreept maar is wel zijn bijnaam, JT) en doet afstand van zijn recht van vruchtgebruik inzake een pacht van 1 mud rogge, uit een pacht van 8 mud rogge, welke pacht Jan en zijn kinderen jaarlijks ontvangen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een akker genoemd de Luijtenakker (?) ( moet zijn: die Luijsdonck – AvdL) gelegen in herdgang Spoordonk, volgens een schepenbrief van Oirschot. Hij verkoopt de pacht nu aan Gerit zoon van wijlen Wouter Groeijs als man van Aerden dochter van genoemde Jan Henricks van Oudenhoven en genoemde Gerit mag de pacht later verkopen. Datum 25 april 1476, getuigen Rutger en Jannis. – Verschenen is genoemde Gerit als echtgenoot en verkoopt deze pacht van 1 mud rogge uit de 8 mud aan Willem zoon wijlen Jan van Katwijk samen met de achterstand ervan. Actum als boven. (Bron: RA124a – 25 april 1476 – akte 047 & 048 Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
13 mei 1476 – de Ludsdonkbeemd als onderpand
- Jan (die Wilde = doorgestreept) zn. +Henric soen v. Audenhoven en met hem Aert zn. +Sijmons v. der Papenvoert als w. m+m Soffien s.w. dr. Jan voers. Aerts gedeelte v. 9 lopen rogge, uit een pacht v. 4 mudde, die Willem v. Catwijck sculdich is te gelden, uit zekere erffenisse geh. die Luijsdonck inder hersc. v. Spoerdonck en welke erff. Willem voers. heden des dages erfelic besit ende ghelijck hebben zij opgedragen Willem v. Catwijck voers. en hebben gheloeft Jan en Aert zijn zwagers voers. 13 mei Rutgher – Jannes. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA124a f8 – 13 mei 1476 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Verschenen is Jan zoon wijlen Henrick van Oudenhoven (de Wilde =doorgestreept, maar is wel zijn bijnaam, JT), en met hem Aert zoon wijlen Simon van de Papenvoort als wettige man van Sophia dochter van genoemde Jan, en verkopen Aerts gedeelte van een pacht van 9 lopen rogge, maat van Oirschot uit een pacht van 4 mud rogge, welke pacht Willem van Katwijk jaarlijks betaalt op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk land genoemd de Luijsdonk (Lulsdonk, JT), gelegen in herdgang Spoordonk. Dat perceel wordt vandaag de dag door Willem gebruikt. Ze verkopen de pacht nu aan Willem van Kuijck en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum 13 mei 1476, getuigen Rutger en Jannis. Verschenen is Willem van Katwijk en belooft aan Aert Simons (van de Papenvoort, JT) een bedrag van 16 peters te betalen, elke peter tegen 18 stuivers, en 12 en een halve plak per stuiver, samen met een rente van 8 lopen rogge per a.s. Vastenavonddag. Actum als boven. (Datum = 13 mei 1476 – AvdL) (Bron: RA124a – 13 mei 1476 – akte 058 & 059 Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
5 februari 1481 – de Ludsdonkbeemd als onderdeel van een erfdeling
- Verschenen zijn Willem, Henrik en Lisbet, broers en zuster, verder Dirk zoon van wijlen Henrik Heijstmans als man van Kathelijn, allen wettige kinderen van wijlen Goessen Bruinen en nog Peter zoon wijlen Jan Gerarts als man van … (vanaf Peter is doorgestreept, hij is Peter van der Lulsdonk, JT) en hebben een deling gemaakt van het bezit van wijlen Goessen Bruinen waarvan hun moeder Lisbeth nog het vruchtgebruik heeft. O.a. Genoemde Lisbeth krijgt een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. de gemeijnte, Willem van Catwijck, Aert Vos. Nog krijgt ze een deel in de Ludsdonkbeemd zijnde het derde deel van een bunder, b.p. de gemeijnte, Aleijt van den ……. en haar kinderen, de monniken van Postel en van Tongerloo, Gijb Vlemmincks. Nog een pond paijment te ontvangen van Henrick…. en Jan Korstiaens volgens de brieven ervan. Uit dit erfdeel moet ze 1 Bosch mudde rogge per jaar betalen en in Den Bosch ook te leveren, nog aan Goijaert Verwers zwager van Den Bosch 3 pond paijment, nog in Oisterwijk 21 lopen rogge Oirschotse maat en de grondchijns, uit de beemd nog 1 stuiver. Na de dood van haar moeder krijgt ze een pacht van 12 lopen rogge te ontvangen van Peter Stoepkens, maat van Oirschot, nog 6 lopen rogge uit ern pacht van 1 mud te ontvangen van Jan Everts in Spoordonk. Nog 3 lopen rogge te Oerle, nog 3 lopen rogge van Aleijt…… Datum 5 februari 1481, getuigen Goessen en Hagelaer. (Bron: RA124b – 5 februari 1481, P261-r, Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
13 februari 1485 – de Ludsdonck als onderdeel van een erfdeling
- Aert van Laerhoven als man van Geertruijd, verder Gevart Jans van Ostaden als man van Lisbeth, Dirck Gerart Vos als man van Willemken, zijnde allen wettige kinderen van Willem Rutgers van Oudenhoven, nog Margriet dochter van Everaert van de Vloge en Engel als dochter van genoemde Willem Rutgers van Oudenhoven met haar voogd hierin, verkopen nu aan Rutger en Everaert hun broers het bezit dat hen is nagelaten door hun vader en waarvoor hun moeder afstand van haar vruchtgebruik heeft gedaan. O.a.: Uit de beemd achter Oudenhoven moet de grondchijns aan de hertog worden betaald, uit de Past de grondchijns aan het kapittel oftwel een jaargeld, uit de Liedsdonk (Ludsdonk, JT) 2 en een halve mud roge en 1 lopen enz. enz. Actum als boven. (= Datum 13 februari 1485, getuigen Loijch, Aert Thomaes en Mathijssen, AvdL) O.a.: Genoemde Rutger en Everaert verkopen nu aan hun zuster Engel een stuk beemd genoemd de Grote Beemd, gelegen bij de Ludsdonk onder Spoordonk, b.p. een beemd genoemd de Hillenrijt eigendom van de verkopers, de Blesersbeemd en en meer andere en ook eigendom van de verkopers, de gemeijnte, het Lepelbroek eigendom van Korstiaen Hessels. De verkopers beloven alle lasten af te handelen. Actum als boven. O.a.: Genoemde Rutger belooft aan Dirck Gerit Vos die voortaan een pacht van 4 mud rogge te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een stuk grond genoemd de Ludsdonk in herdgang Spoordonk, b.p. het erf van hemzelf, de straat, Jan Jan Goessens, het Lepelbroek. (geen datum en geen getuigen vermeld, JT). Verschenen is o.a.: Rutger krijgt de gehele Ludsdonck behalve de Pottenbeemd ervan die ze aan Engel hebben verkocht. (Bron: RA124b 1485 akte 036 t/m 045 folio 441-v t/m 443-r Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
6 december 1485 – verkoop van beemd de Lulsdonck
- Elizabeth dr. +Goessen Bruijnen heeft opgedragen Jacop Henrics s.v. Strijp 1/7 deel van een 1/2 buender beempt, die zij heeft in een beempt geh. de Lusdonck beempt, tot Spoerdonck. Bp. des coepers – Jan van der Ludsdonck – Lisbeth vercoepen en ma. – Aleijt van Gestel met haar kind lasten den gront schijns Act. (4 juli = doorgestreept) september de ……? Hersel – Mathijs – Gent, Ven. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA124b f362 – 6 december 1485- Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Elisabeth dochter van wijlen Goessen Bruijnen met haar voogd verkoopt nu aan Jacop Henricks van Strijp haar deel van een halve bunder waarop ze recht heeft in de beemd genoemd de Ludsdonk gelegen in hergang Spoordonk, b.p. het erf van de koper, Jan van der Ludsdonk, genoemde Lisbeth zelf en meer anderen, Aleijt van gestel en haar kinderen. De verkoopster belooft alle lasten van haar kant af te handelen, behalve de grondchijns. Datum 6 december (juli is doorgestreept, JT) 1485, getuigen Hersel, Mathijs Gerarts en Ven. (Bron: RA124b 6 december 1485, akte 144 t/m 146 folio453-v Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
7 september 1488 – de Lulsdonck als onderpand
- Arnt Vos heeft geloeft heer Henrich Belarts, t.b.v. hem en t.b.v. Margriet, zijn zuster 2 Rijnsg. erfgels, uit een stuk lands, 8 lop. groot, te Spordonck, in die Luldsdonck. Bp – neven een bempt die Willem van Catwijck toe te horen plach – Arnt Vos – Jan die Cort en Jan Gerits die Verwer – Goesen Bruijnen t.w.pl. 7 sept. Hersel – Willem Henrichss. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA125a f180 -7 september 1488 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Aert Vos belooft aan heer Henrick Belaerts ten zijnen behoeve en ten behoeve van zijn wettige zuster Margriet, die voortaan een rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, elke gulden van 20 stuivers, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van een stuk land groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in herdgang Spoordonk in de Lulsdonk daar, b.p. een beemd eerder eigendom van Willem van Katwijk, Aert Vos, Jan de Cort, Jan Gerits de Verwer (van der Lulsdonk, JT), het erf eerder van Goessen Bruijnen. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 7 september 1488, getuigen Hersel en Willem Henricks. (Bron: RA125a 1488 akte 172 & 173 – Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
20 juni 1489 – die Lulsdonck als onderpand
- Arnt Vos heeft geloeft te betalen Cornelis Smeeds 2 Rijnsguldens erfgel., uit huijs, hof en erff daaraan, 4 lop. lands daaraan, tot Spordonck. Bp – Jan Cortten – de erfgen. Gosen Sbruijnen – die gemeijn straet – Art Vos vors. Item noch uit een stuk lands, 8 lop. groot, sijnde in die Lulsdonck, tot Spordonck. Bp – de erfg. Willem van Katwijck – Arnt Vos – Jan Cortten – Jan Gerarts die Verwer. 20 juni Dirck Dirck Hoppenbr. – Jan Henrichss van der Vloeten. Loscondities: met 32 Rijnsgulden. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA125b f332 – 20 juni 1489 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Aert Vos belooft aan Cornelis Smeeds die voortaan jaarlijks een rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, steeds met Pinksteren op onderpand van een huis, tuin etc., groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Jan Cortten, de erfgenamen van Goossen Bruijnen, de gemeenschappelijke straat, Aert Vos zelf. Nog op onderpand van een stuk land groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in herdgang Spoordonk in de Lulsdonk daar, b.p. de erfgenamen van Willem van Katwijk, Aert Vos, Jan Cortten, Jan Gerards de Verwer. De schuldenaar belooft de onderpanden in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 20 juni 1489, getuigen Dirck Dirck Hoppenbrouwers en Jan Henricks van der Vloeten. (Bron: RA125b – 20 juni 1489, akte 291 – Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
1491/1492 – Gerit Janss van Catwijk en zijn zoon Jacop bezitten de hoeve ’ter Lulsdonck’
- Gerit Janss van Catwijk en zijn zoon Jacop Gerit Janss van Catwijk bezitten de hoeve “ter Lulsdonck” in Spoerdonk. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- Verder zijn in dit protocol genoemd: Willem Janss van der Elsen, bakker, man van Katherijn Mathijs van den Wijel. (Wat hun relatie is tot de hoeve ’ter Lulsdonck’ is niet duidelijk.)
-
(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1483/1501 – BP 1261 – Oirschot – okt. 1491/sept. 1492 folio 158r, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
24 maart 1492 – Willem Janss van den Elsen koopt de hoeve ’ter Lulsdonck’
- Gerit Janssen van Catwijk draagt op aan Willem Janss van den Elsen die hoeve “ter Lulsdonk” in de herdgang Spoirdonk, aktedatum 24-3-1492. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
-
(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1483/1501 – BP 1261 – Oirschot – okt. 1491/sept. 1492 folio 343r, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
10-1491 / 9-1492 – Jan Wauter Bonnen en Margriet Gerits van der Lusdonk krijgen het huis ’ter Lulsdonk’
- Jan Wauter Bonnen zoon man van Margriet Gerits van der Lulsdonk, krijgt bij een deling ’t huis ter Lulsdonk in de herdgang Spoerdonk. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1483/1501 – BP 1261 – Oirschot – okt. 1491/sept. 1492 folio 359r, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
21 januari 1493 – Ervart Willem Rutgerss van Audenhoven koopt de hoeve ’ter Lulsdonck’
- Willem Janss van den Elsen geeft die hoeve “ter Lulsdonk” over aan Ervart Wilem Rutgerss van Audenhoven, 21-1-1493 (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- (Ervaert Willem Rutgers van Audenhoven; transport hoeve Ter Lulsdonk onder Spoordonk door Willem Jans van der Elsen nadat deze eerst op 24-3-1492 aan hem was overgedragen door Gerit Jans van Catwyck)
-
(Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1483/1501 – BP 1261 – Oirschot – okt. 1491/sept. 1492 folio 343r, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
22 mei 1494 – Belendend perceel die Ludsdonck
- Gosen zn. +Jan Gosens heeft opgedr. Jan Jan Gosenss, “sijnen neve”, “alsulcken gedeelt” van een stuk lants hem toebeh. in een stuk lants, 3 lop. groot int geheel, tot Spordonck. Bp – Jan Verwers – Henrich Meeus Deckens swager – erff geh. die Lulsdonck – de kind. Henrich Jan Scellekens. 22 mei Rutger – Jorden. Jan Jan Gosenss heeft geloeft Gosen, zijn oom, voers. 14 stuiver erfgels, uit erff voers. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126a f164 – 22 mei 1494 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Goossen zoon wijlen Jan Goossens verkoopt aan zijn neef Jan Jan Goossens zijn deel van een stuk land in een stuk van ca. 3 lopenzaad voor het totaal, gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Jan Verwers, Henrick Meeus Deckers zwager, een perceel genoemd de Lulsdonk, de kinderen van Henrick Jan Scellekens. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 22 mei 1494, getuigen Rutger en Joerden. Jan Jan Goossens ( in feite Jan Jan Jan Goossens, JT) uit de vorige akte belooft aan zijn oom Goossen die voortaan een rente van 14 stuivers per jaar te gaan betalen, steeds per Maria Lichtmisdag op onderpand van het perceel uit de vorige akte. Indien Goossen komt te overlijden dan is Jan niet verder verplicht de rente te betalen. Actum als boven. (Bron: RA126a 22 mei 1494, akte 122 & 123, folio 19v Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
11 april 1495 – Beempt die Lulsdonck als onderpand
- Henrich Willem Omens heeft geloeft Jan Dircks s.v. Berse, t.b.v. hem en t.b.v. Aleijt s.wijve 1 1/2 rijnsg. erfgels; uit husinghe, hovinghe en erff daaraan, 2 mudsaet groot, tot Hedel. Bp – Heijlwich wed. +Jan van der Venne en die Hoelstraet – Jan Willem Oomens, zijn broer – heer Henrich van Esch – die straet. Item noch uit een stuk bemps, geh. die Lulsdonck, 2 boender groot, tot Spordonck. Bp – Rutger Willem Rutgeris, zijn zwager – Korstiaen Hessels – die ghemeijnstraet. Die voers. bempt heeft Henrich “vercregen in hijlichschen vorwarden met Engel sijnen wijve”. Met sulcken conditien toegedaen oft Jan voers. belieft binnen jaers na datum des briefs ende dat Jan Henrich voers. te voren seet 3 maande voer lichtmisse, dat hij hem als dan allen jaer binnen 4 jaren dan naest comende sal sculdich sijn te leggen op lichtmisse 1/4 van der sommen van 22 1/2 rijnsg. 11 april 1495. loscondities: met 22 1/2 rijnsg. Act ut supra (=11 april 1495) Ansems – Melis. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126a f227 – 11 april 1495 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Henrick Willem Oemen heeft beloofd om voortaan aan Jan Dircks van Berse ten zijnen behoeve en ten behoeve van zijn vrouw Aleijt, die een jaarlijkse rente van anderhalve rijnsgulden te gaan betalen, waarbij elke rijnsgulden 20 stuivers doet, elk vuurstaal 3 vlaamsche en elke karolusstuiver een braspenning, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc., groot ca. 2 mudzaad, gelegen in herdgang Hedel, b.p. Heijlwich weduwe van Jans van de Venne, de Hoelstraat daar, zijn broer Jan Willem Omen, heer Henrick van Esch, de straat. Nog op onderpand van een stuk beemd genoemd de Lulsdonk groot ca. 2 bunders gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. zijn zwager Rutger Willem Rutgers, Korstiaen Hessels, de gemeenschappelijke straat. Henrick had die beemd in huwelijkse voorwaardes verkregen met zijn vrouw Engelen. (dat is dus een eerder huwelijk, JT). Indien Henrick wil en hij 3 maanden vooraf met Kerstmis opzegt, dan mag hij in de periode van 4 jaar, daarna op Maria Lichtmisdag steeds elk jaar aflossen met het vierde deel van 22 en een halve rijnsgulden en en elke keer zal de rente dan al naar gelang worden verminderd. Datum 11 april 1495. (geen getuigen vermeld, JT). Henrick mag altijd op Maria Lichtmisdag aflossen tegen betaling van 22 en een halve rijnsgulden. Datum als boven, getuigen Ansems en Melis. (de heren waren blijkbaar tamelijk onduidelijk bij de secretaris hoe ze nu feitelijk wilden aflossen, ineens of in 4 keer, JT). (Bron: RA126a 11 april 1495, akte 051 & 052, folio 12r Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
-
28 mei 1497 – Land die Lulsdonck als onderpand
- Cornelis Smeets heeft scant ende gebreck bethoent van 2 rijnsg. erfgels. van 3 rijnsg. achter en 12 stuiver, dat erfgelt had Arnt Vos geloeft diezelfde Cornelis te gelden uit huijs, hof en erff daaraen, 4 lop. groot, tot Spordonck. Bp – Jan Cortten -die erfgen Gosen Sbruijnen – die ghemeijnstraat – Arnt Vos voers. Item noch uit een stuk lands, 8 lop. groot, geh. ‘die Lulsdonck’, hersc. voers. Bp – de erfgen. Willem van Catwijk – Arnt Vos – Jan Cortten – Jan Gerarts die Verwer. In een brief d.d. 20-6-1489. (Zie 20 juni 1489 in deze webpagina).Ende heeft alsoe die heer Cornelis een pant gelevert van den onderpanden vors. etc. Ende heeft dat selver pant sijn verboden gehadt ten Bosch voerden raethuse, als dat gewoenlijck is, gelijck die certificacie Claus Pels, diender der selver stat, dat inhelt ende begrijpt Cornelis heeft dat pand verkocht aan Joerden den Hoppenbr. voer 3 rijnsg. en 12 stuiver vors. en voer 2 rijnsg. d’r toe verschenen tot Pinxten lestleden. 28 mei 1497 Rutger – Gosenss – Crom. Joerden die Hoppenbr. heeft opgedr. Cornelis Smeeds, den coep van den vors. erff. Act. Penultima Juli Gerart – Dirck. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126b f92 – 28 mei 1497 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Cornelis Smeeds heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met een schepenbrief van Oirschot inzake een rente van 2 rijnsguldens per jaar, die 3 rijnsguldens en 12 stuivers achterstallig is zoals hij zei, welke renet Aernt Vos eerder aan Cornelis had beloofd, steeds te betalen met Pinksteren, op onderpand van een huis, tuin et., groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Jans Cortten, de erfgenamen van Goossen Bruijnen, de gemeenschappelijke straat, Aert Vos. Ook nog op onderpand van een stuk land groot ca. 8 lopenzaad, genoemd de Lulsdonk, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de erfgenamen van Willem van Catwijk, Aert Vos, Jan Cortten, het erf van Jan Gerarts de Verwer, alles volgens een brief d.d. 20 juni 1489. (Zie 20 juni 1489 in deze webpagina). Daarop hebben wij een vonnis afgegeven waarbij Cornelis zijn vordering op het onderpand mag gaan verhalen. Cornelis geheeft daarop de uitwinning voortgezet en er is daarbij aan alle voorschriften voldaan. Het pand is ook in Den Bosch gepubliceerd geweest voor het raadhuis daar zoals dat gebruikelijk is volgens een certificatie van Peter Pels. Cornelis heeft in een openbare herberg de veiling laten houden maar er is niemand gekomen die er meer voor wilde bieden en het bezit is daarna verkocht aan Joerden de Hoppenbrouwer voor de genoemde rente, de achterstand en de kosten van de procedure. Als de ´heer er een vordering op zou blijken te hebben dan wordt deze koop teniet gedaan, voor zover wij als schepenen daarom gevraagd zullen worden. Datum 28 mei 1497, getuigen Rutger Goossens en Crom. Genoemde Joerden de Hoppenbrouwer verkoopt het bezit weer door aan Cornelis Smeeds en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 29 juli 1497, getuigen Gerart en Dirck. (Bron: RA126b – 28 mei 1497, akte 142 & 143, folio 24v 25r, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
tussen 1493 en 1499 – Ghijsbrecht van der Achter kocht de hoeve ’ter Lulsdonck’ van Cornelis Smeeds
- Ghijsbrecht Henrichss v. der Achter heeft een deel van de hoeve ’ter Lulsdonc’ gekocht van Cornelis Smeeds. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- Cornelis heeft die hoeve reeds eerder, als ‘proviseur’ (= secretaris) van het gasthuis in Oirschot, opgekocht.
- (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – Akte: R126b f254 t/m 256 – 3 september 1499 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
3 september 1499 – Dirck van Diepenbeeck nieuwe eigenaar van de hoeve ‘Ter Lulsdonc’.
- Ghijsbrecht Henrichss v. der Achter en met hem Willem van Elssen ten Bosch hebben doen veijlen, met enen sondachs ghebode, om ten hoechsten te vercopen: alsulken hoef geheijten die Lulsdonck, met allen hoerder toebehoerten, hersc. van Spordonck ende der op gheseten in voeder herberghen, in den huse Steven van Hersel, met eender borrender uutgaender Kerssen. Ghijsbrecht wil die hoef geh. die Lulsdonck, metten husinghe, scuere, ende timmeringhe ende metten lande ende bemde daeraen gelegen verkopen etc. Hij had die gekocht van Cornelis Smeeds. Cornelis had die “opgewonnen” als provisoer van het gasthuijs van Oerschot, nl. voor 22 lop. rogge erfp. van 16 1/2 mud rogge achter en voor 1 1/2 auden groten en 4 voedertorfs jaarlijks daaruit te vergelden het gasthuis. Ende want Willem van Elsen seele properiteris(?) van de voers: horen te sijn. Willem wilde ook mede andere erft. verkopen ”totter voers. horen toebehorende en aen vonnisbrief staande. Die meester Jan van Caudenberghen oft procureur in sijnen naem t’anderen tijden opgewonnen hadde met vonnis ende met recht der stat v. den Bosch, voor 2 mud rog erfp., van “soe voel jaren t’achter” als dat Willem sede dervoer gegeven hebbende 100 gouden gulden oft hadde sijn hoef moten verliezen. Willem wil de hoeve ook verkopen voor 100 gouden gulden etc. etc. een 1/2 mud rogge erfp. en 1 1/2 mud garsten, als dat cloester achter die Tolbrugge der jaerlix opheffende is. 4 pont paijment als mijn Joncker v. Helmont d’r jaerlix opheffende is welck achterstelle, scade ende commer metter reparacie aen ’t lant, husinghe ende timmeringe mids dat wel ledich gelegen hadde 8 of 9 jaren. Soe heeft Dirck v. Diepenbeeck daervoer geboden, voer die voors. erft. 50 Rijnsg., min dan den commerriden voers. brief van den uutgeven genoemt. Ende heeft derna Ghijsbrecht Dircks Hoppener d’r voer geboden 40 gulden, min etc. etc. etc. d’r over worden Ghijsbrecht ende Dirck vors. twistende (over de prijs?) ende die borrende kersse is uutgegaen ende Dirck v. Diepenbeeck heeft alsoe den coep behouden tot dierre tijt. Act. 3-9-1499 Jan Henrichs – Jacop Henrichs – Jan Colen (Bron: Transcriptie gevonden in schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – Akte: R126b f254 t/m 256 – 3 september 1499 – Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe). Bovengenoemde tekst is afkomstig uit het Oud-Rechterlijk archief Oirschot te Oirschot, (boek A4 formaat met rode kaft). Dit archief is opgegaan in het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. (Ad van de Lisdonk – 25/11/1999)
- Gijsbrecht Henricks van der Achter en met hem Willem van Elsen uit Den Bosch, hebben in een openbare veilig bepaald bezit laten veilen, zijnde de hoeve van de Lulsdonk met alle toebehoren gelegen in herdgang Spoordonk hier, en zulks is gebeurd in de herberg van Steven van Hersel. Genoemde Gijsbrecht wil de hoeve genoemd de Lulsdonk verkopen met het huis en de betimmering erop en de grond en de beempden met alle lasten die erop drukken zoals hij het zelf heeft verkregen van Cornelis Smeeds die het bezit had laten uitwinnen vanwege het gasthuis van Oirschot met een vonnisbrief van Oirschot, voor een pacht van 22 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot die 16 en een halve mud achterstalig was, en nog voor anderhalve oude grote en vier voeder turf per jaar aan het gasthuis, van welk bezit Willem van Elsen de eigenaar is. Verder wil genoemde Willem van Elsen nog ander bezit verkopen dat tot de hoeve behoorde zoals ook in de vonnisbrief staat vermeld, en zoals meester Jan van Coudenberge als gemachtigde voor hem dat bezit had laten uitwinnen met een vonnisbrief van de stad Den Bosch vanwege een pacht van 2 mud rogge per jaar, maat van Oirschot en met een zodanige achterstand dat Willem daarvoor een bedrag van 100 gulden had moeten neertellen, omdat hij er anders zijn aanspraken in verloren zou hebben. Daarom wil Willem die hoeve ook verkopen voor de genoemde 100 gulden en daarnaast nog voor een jaarlijkse pacht van 1 mud rogge die 9 jaar achterstand heeft en nog een jaarlijkse pacht van een half mud rogge en anderhalf mud gerst dat het klooster Achter de Tolbrug daar jaarlijks op heft, en waarvoor Willem zegt dat hij voor de achterstand ervan 25 gouden guldens heeft betaald, verder nog een jaarlijkse rente van 4 pond paijment die wordt geheven door de jonker van Helmond die 3 jaar achterstallig is en voor de grondchijns van ca. 10 stuivers. Willem van Elsen is lange tijd eigenaar van de hoeve geweest voordat die uiteindelijk opgewonnen was, en voordat hij zijn eigen vorderingen daarin had kunnen verhalen is de hoeve daarna lange tijd ongebruikt geweest en durfde Willem die ook niet te aanvaarden voordat bekend was hoeveel lasten er precies op drukten. De kosten van achterstallig onderhoud, het herstel van het land, het huis, de betimmering etc., nadat het bezit wel 8 of 9 jaar ongebruikt was geweest, bedroegen volgens Willem ongeveer 300 enkele guldens en daarnaast nog de kosten van de procedure etc. Omdat die uitwinning inmiddels verjaard is hebben Gijsbrecht en Willem de genoemde bezittingen opnieuw laten bekendmaken in Oirschot, op een zondag zoals dat hoort en daarna is er een publieke verkoop geweest in een openbare herberg in aanwezigheid van schepenen waar Willem en Gijsbrecht hun voorwaardes hebben bekend gemaakt en deels ook met krijt op de tafel hadden geschreven, daarna heeft de vorster voor de deur duidelijk geroepen dat de kaars was aangestoken en of er iemand alsnog een bod wilde doen. Daarop heeft Dirck van Diepenbeeck een bod gedaan dat 50 rijnsguldens minder bedroeg dan de lasten die erop drukken en daarna heeft Gijsbrecht Dick Hoppenbrouwers een bod gedaan van 40 gulden minder dan Willem van Elsen had aangetoond betaald te hebben en daarop heeft Dirck weer een gulden minder geboden en Gijsbrecht opnieuw net zolang tot er 30 rijnsguldens minder was geboden, maar daarna riep Gijsbrecht dat er minstens 19 rijnsguldens minder dan de lasten moest worden geboden en dat heeft Dirck dan ook prompt geboden en daarover was er twist geweest. Maar daarna is de kaars uitgegaan en heeft Dirck ( = Dirck van Diepenbeeck) dus de koop verkregen. Dirck en Willem van Elsen wilden beiden daarvan een brief hebben. Datum 3 september 1499, getuigen Jan Henricks, Jacop Henricks en Colen. (Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe > RA126b – 1499 – akte 140, fol. 22v t/m 23v – Oud-Rechterlijk archief Oirschot – Transcriptie Jan Toirkens)
1499/1500 – Willem van (den) Elsen bezit een part uit die hoeve ’te Lulsdonck’
- Willem van (den) Elsen weduwnaar van Katherijn, part uit die hoeve te Lulsdonck. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden)
- (Bron: Stadsarchief ‘s-Hertogenbosch – Bossche Protocollen, deelbestand 1483/1501 – BP 1261 – Oirschot – okt. 1499/sept. 1500 folio 323v en 324, door Ferdinand Smulders / Mechelien Spierings. in samenwerking met Mevr. Georgina van Adrichem, dhr. Jan Toirkens en dhr. Hein Vera)
1 augustus 1501 (?) – Beempt Lulsdonck als onderpand
- Henrick zn. +Jan Oomen heeft geloeft (=beloofd) Heijling nat. dr. + Henrick Henrichss van Berse een mud rogge erfp., uit een bempt, geh. die Lulsdonck, hersc v. Spordonck, 1½ boender groot. Bp – Rutger Willemss – Corsten Hessels erfgen. – die straet. Item noch uit huijs, hof en erff. daaraen, 1 1/2 mudsaet groot, tot Hedel. Bp – Jan Willem Omens, waarvan ’t afged. is – die Hoelstraet en aen erff Lucas van der Heijden – heer Henrich van Esch – straet (akte is doorgestreept) (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126c f71 – 1 augustus 1501(?) Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Henrick zoon wijlen Jan Omen belooft aan Heijlwig natuurlijke dochter van wijlen Henrick Henricks van Beerse die voortaan jaarlijks een mud rogge te gaan betalen, maat van Oirschot, steeds op Maria Lichtmisdag te voldoen op onderpand van een beemd genoemd de Lulsdonk gelegen in herdgang Spoordonk, groot anderhalve bunder, b.p. Rutger Willems, de erfgenamen van Corsten Hessels, de straat. Nog op onderpand van een huis, tuin etc. groot anderhalf mudzaad, gelegen in herdgang Hedel, b.p. Jan Willem Omen waarvan is afgedeeld, de Hoelstraat daar, Lucas van der Heijnden (Eijnde?, JT), heer Henrick van Esch, de straat. (geen datum en geen getuigen vermeld, akte is doorgestreept, JT) (Bron: RA126c – 1501, akte 163, folio 33v, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
20 februari 1502 – Land die Lulsdonck als onderpand
- Aleijt weduwe van Jan Dircks van Berse verkoopt aan heer Jan Robilaert, priester en kanunnik te Oirschot ten behoeve van de fabriek van de St. Petruskerk te Oirschot, de helft van een rente van anderhalve rijnsguldens, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag, welke rente Henrick Willem Omen eerder had beloofd aan Jan Dirck van Berse en diens vrouw Aleijt, op onderpand van een huis, tuin etc., groot 2 mudzaad, gelegen in herdgang Hedel, b.p. Heijlwig weduwe van Jan van de Venne, de Hoelstraat daar, zijn broer Jan Willem Omen, heer Henrick van Esch priester, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een stuk beemd genoemd de Lulsdonk, groot 2 bunders gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Rutger Willem Rutgers, zijn zwager Corstiaen Hessels, de gemeenschappelijke straat. Hiermee is Aleijt verder altijd gevrijwaard voor betaling van aan haar verleende diensten door de kerk, kerkgeld etc. Datum 20 februari 1502, getuigen Peter, Rutger en Aelbrecht. (Bron: RA126c – 20 februari 1502, akte 055, folio 9r, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
11 maart 1502 – Perceel die Lulsdonck als onderpand
- Rutger Willems s.v. Audenhoven heeft geloeft Gerart Jans s.v. Oustaden 18 stuiver erfgels; uit erff geh. die Lulsdonck, 2 mudsaet lands groot en 2 beemde en een eeusel al aan een gelegen, uutgenomen enen bempt der tusschen dat lant ende bemden voers. gelegen, tot Spordonck. Bp – Erff geh. Lepelbroeck, toebeh (de erfgen. v. Wouter van den Velde = doorgestreept) heer Henrich Vos e.m.a. – die gemeijnt – (Jan Verwers = doorgestreept) Peter Jan Gerartss. 11 mrt Ariaen – Rutger – Henrich. Rutger Willems s.v. Audenhoven heeft noch geloeft Gerart van Oustaden vors. 20 stuiver erfgels, uit de voers. erff. 6 mei Jacop – Henrich v. Berse. (bovenstaande = later hier tussen geschreven). (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126c f140 – 11 maart 1502 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Rutger Willems van Oudenhoven belooft aan Gevaert Janssen van Onstaden die voortaan een jaarlijkse rente van 18 stuivers te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een perceel genoemd de Lulsdonk, groot 2 mudzaad en 2 beemden en een eeuwsel alles aan elkaar gelegen, behalve een beemd die is gelegen tussen dat land en de beemden, alles in herdgang Spoordonk, b.p. het erf genoemd het Lepelbroek eigendom van (de erfgenamen van Wouter van den Velde = doorgestreept, JT), heer Henrick Vos en meer anderen, de gemeijnte (Jan Verwers =doorgestreept, JT), Peter Jan Gerards. Datum 11 maart 1502, getuigen Adriaen, Rutger en Henrick. Rutger Willems van Audenhoven belooft aan genoemde Gevaert van Onstaden die nog een jaarlijkse rente van 20 stuivers, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van het bezit uit de vorige akte. Datum 6 mei 1502, getuigen Jacop en Henrick van Berse. (Bron: RA126c – 11 maart 1502, akte 091 & 092, folio 15r, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
7 mei 1502 – Land die Lulsdonck als onderpand
- Scepen in Oerscot tegen onder onsen gemeijnen segel, dat voer ons comen is in eender gebannender vierschaar: Cornelis Smeeds ende heeft scant ende gebreck bethoent, van 2 Rijnsg. erfgels, van 3 Rijnsg. en 12 stuiver achter, die 2 Rijnsg. had Arnt Vos erf. geloeft Cornelis Voers. uit huijs, hof en erff daaraan, tot Spordonck. Bp. – dat Gosen Bruijnen t.w. pl. – Jan Corsten – die gemeijn straet – Arntvors. Item noch uit een stuk lants, 8 lop. groot, hersc voers. in die Lulsdonck. Bp – dat Willem van Catwijck t.w.pl. – Art Vos – Jan die Cort – Jan Gerarts die Verwer (=Jan Gerarts van der Lulsdonck?) in een brief d.d. 20-6-1489 (Zie 20 juni 1489 in deze webpagina) ende heeft alsoe die heer Cornelis 2 panden verleent, met welcken pande Cornelis voers. voert gevaren heeft inder vierscharen, gelijck die scepenen wijsden dat recht was totter tijt toe dat Rutger Willemss dat een pant ende Dirck die Cort dat ander pant op nam etc. etc. etc. etc. Ende heeft alsoe die heer den voerg. Cornelis 2 panden verleent, dat een gehaelt op een stucksken lants, tot Spordonck, een 1/2 lop. groot, dat Henrich van den Hagelaer in handen hadde, met welcken pande die selver Cornelis procedeerden inder vierscharen met recht totter tijt toe Henrich van den Hagelaer dat pant opdede nemen ende ontwerden den selven Cornelis van dien pande met recht. Ende dat ander pant aen een stuck beemps ende erff., geh. den Start, hersc. van Spordonck, dat Art Vos toe plach te behoren. Bp – een gemeijnen vaerwech – die Aa – Ghijsbrecht Gielis Cremerss – Peter Jan Gerarts van der Lulsdonck etc. etc. Henrich Belart nam den coep, voer 2 Rijnsg. achterstel. Act Anno XVcII (1502!!) 7 mei Jacop Henrichss – Henrich van Berse. ende is ten Bosch geveijlt “ut vidimus” inden certificaai Claus Pels dienner der stat vors. (=den Bosch) (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA126c f105 & f106 – 7 mei 1502 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Schepenen verklaren hierbij plechtig dat voor ons in gebannen vierschaar is verschenen Cornelis Smeeds en heeft met schepenbrieven van Oirschot zijn achterstallige vordering aangetoond inzake een rente van 2 rijnsguldens die 3 rijnsguldens en 12 stuivers achterstand heeft. Die rente had Aert Vos eerder aan Cornelis beloofd op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. het erf eerder van Goossen Bruijnen, Jan Cortten, de gemeenschappelijke straat, genoemde Aert. Nog op onderpand van een stuk land groot 8 lopenzaad gelegen in de zelfde herdgang in de Lulsdonk daar, b.p. het erf eerder van Willem van Catwijk, Aert Vos, Jan de Cort, Jan Gerards de Verwer, volgens een brief d.d. 20 juni 1489. (Zie 20 juni 1489 in deze webpagina). Daarop heeft de schout aan schepenen verzocht dat men hem een onderpand zou aanwijzen waarop Cornelis zijn vordering zou mogen verhalen, waarbij ook de rechten van anderen gerespecteerd dienen te worden. Vervolgens heeft men aan Cornelis 2 onderpanden aangewezen en daarmee heeft Cornelis de procedure voortgezet, zoals schepenen hadden bevolen tot de tijd toe dat Rutger Willems het ene pand en Dirck de Cort dat andere pand zouden opnemen. Die hadden n.l. bezwaar gemaakt tegen de uitwinning in een proces waartegen Cornelis weer ernstig bezwaar had gemaakt omdat men hem zijn bezit had afgenomen omdat de datum van de brief van Cornelis jonger was. Daarna heeft Cornelis zijn principale brief weer in de schepenbank laten voorlezen over de 2 rijnsgulden die 3 rijnsgulden en 12 stuivers achter was en wil dat de schout opnieuw aan laat geven hoe Cornelis zijn vordering op enig bezit kan verhalen. De schepenene hebben daarom bij vonnis bepaald dat Cornelis zijn vordering op alle bezit kan verhalen waarop zijn vordering destijds betrekking had, waarbij wel de rechten van anderen gerespecteerd moeten worden. Er zijn hem 2 stukken land aangewezen, gelegen in Spoordonk groot een half lopenzaad tot de tijd toe dat Henrick van de Hagelaer het bezit middels het recht zal overnemen. Het andere pand betreft een stukje beemd genoemd de Start, gelegen in herdgang Spoordonk, eerder eigendom van Aert Vos, b.p. een gemeenschapppelijke rijweg daar, de riviert de Aa, Gijsbrecht Gielis Cremers, Peter Jan Gerards van der Lulsdonk. Cornelis heeft vervolgens de procedure doorlopen in de gebannen vierschaar, zoals in het vonnis was bepaald en er is aan alle voorschriften voldaan en heeft het verkocht vanwege zijn vordering die ons voldoende is gebleken ook met getuigenverklaringen. Henrick Belaerts heeft de koop verworven voor een achterstand van 2 rijnsguldens. Het bezit is ook in Den Bosch gepubliceerd geweest volgens de vidimusbrief van Claes Pels in de stad Den Bosch. Datum 7 mei 1502 (attentie jaartal!, JT), getuigen Jacop Henricks en Henrick van Berse. (Bron: RA126c – 1502 (let op! 7 mei 1502), akte 230, folio 51v & 52r, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
2 maart 1508 – de Ludsdonck als onderdeel van een erfdeling
- Wilhem, Sijmon, Rutger Jan Henrics als m+m van Elisabeth s.w., dezelfde Wilhem en Sijmon als momb. “daertoe gestelt uijt crachten van enen testament” van Dirck Jans Corttens en Bela s.h.vr., hun vader en moeder, van Jan Arntss van van Dormaelen verkregen bij Katherina, hun zuster alle w. kind. van Dirck en Bela voers. hebben een erfdeijling gedaen, van goederen hen verstorven van hun vader en “daer hun moeder haer tocht in afgegaen is” in presentien ende bijwesen van Daniel den Brouwer, Jan den Brouwer, Wilhem van Dormalen, Arnt van Dormalen en Wouter van Dormalen (Wilhem = doorgestreept). Sijmon Dircks Cortten is ten deel gevallen dat huijs, hoff, scuer en erff daaraan, 6 lop. groot, tot Spoerdonck o.a. Bp – Rutger Wilhems van Audenhoven – Jan (Verwers = doorgestreept) Lemmens – Jan die Verwer – die straet. Item noch een bocht, geh. die (Bocht = doorgestreept) Ludsdonck, 12 lop. groot, tot Spoerdonck. Bp – Wilhem van Elsen – Jan die Verwer – Symon Stoepkens lasten: 24 lop. rogge erff. Aelbrecht Keteler, Aleijt Verheijen 20 lop. rogge erff. Item den capittel van Oirsschot 3 schillinge 9 d. pag. Item noch 7 stuiver schijns den hertoge enz. enz. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA128a f129 – 2 maart 1508 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Willem, Simon, Rutger Jan Henricks als man van Elisabeth, waarbij Willem en Simon optreden als voogden volgens het door Dirck Jan Cortten en Bele opgemaakte testament over Jan Aernts van Dormalen verwekt bij hun zuster Katarina, alle wettige kinderen van genoemde Dirck en Bele, hebben een deling gemaakt van het bezit van wijlen hun vader, waarvoor Bele afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan, in aanwezigheid van Daniel de Brouwer, Jan de Brouwer, Willem van Dormalen, Aert van Dormalen en Wouter van Dormalen. Genoemde Simon krijgt het huis schuur en grond, groot 6 lopenzaad gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Rutger Willems van Oudenhoven, Jan Lemmens (Verwers is doorgestreept, JT), Jan de Verwer, de straat. Nog krijgt hij een bocht land, genoemd de Ludsdonk, groot 12 lopenzaad gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Willem van Elsen, Jan de Verwer, Simon Stoepkens. Lasten hieruit zijn 24 lopen rogge per jaar aan Aelbrecht Ketelaer, nog 20 lopen per jaar aan Aleijt Verheijen, aan het kapittel van Oirschot 3 schillingen en 9 denarii, en nog 7 stuivers als chijns aan de hertog. enz. enz. Datum 2 maart 1508, getuigen Belaerts en Jan Goossens. (Bron: RA128a – 2 maart 1508, akte 222, folio 43r & 43v, Oud Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
9 februari 1511 – Verkoop van een bocht land genoemd de Ludsdonck
- Sijmon Dirck Scorttens heeft opgedr. Wilhem, zijn broer huijs, hoff en erff daaraan, tot Spoerdonck, in die Broekstraet. Bp – Rutger Wilhems van Audenhoven – Jan Lemmens – Jan die Verwer – die straet. Item noch een boecht, geh. die Ludsdonck. Bp – Wilhem van Elsen – Rutger Wilhemss – Jan die Verwer – Sijmon Stoepkens die voers. erff. zijn Sijmon voers. “in een der erfdeijlingen nae doede sijns vaders te dele gevallen”. Act ut supra (=9 febr. 1511). (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA128a f467 – 9 februari 1511 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe).
- Simon Dirck Scortten verkoopt aan zijn broer Willem die een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Spoordonk in de Broekstraat daar, b.p. Rutger Willem van Oudenhoven, Jan Lemmens, Jan de Verwer, de straat. Nog verkoopt hij hem een bocht land genoemd de Ludsdonk, b.p. Willem van Elsen, Rutger Willems, Jan de Verwer, Simon Stoepkens. Dat perceel was Simon na de dood van zijn vader toebedeeld geweest. Actum als boven. Willem Dirck Scortten belooft aan zijn broer Simon Dirck Scortten die een pacht van 5 mud rogge, Oirschotse maat en in Oirschot te leveren, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van het bezit uit de vorige akte. Actum als boven. Simon Dirck Scortten verklaart dat zijn broer Willem de genoemde pacht van 5 mud rogge altijd op Maria Lichtmisdag mag aflossen tegen betaling van 29 peters voor elk mud, mits er een half jaar vooraf is opgezegd. Actum als boven. (= Datum 9 februari 1511, getuigen Aelbert en Rutger Verhoeven – AvdL) (Bron: RA128a – 9 februari 1511, akte 097 t/m 099, folio 235v & 236a, Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
31 januari 1518 – Verklaring dat Jan Coemans, toen hij leefde, op de Lulsdonk woonde.
- Hierbij verklaren wij plechtig dat voor ons schepenen is verschenen Jacop Henricks van Strijp en Jan de Brouwer, in hun tijd schepenen van Oirschot, verder Rutger Willems en Goijaert Henricks van Strijp en hebben onder ede verklaard dat ze ermee bekend zijn dat Jan Coemans eerder toen hij leefde in Oirschot op de Lulsdonk woonde daar in de herdgang van Spoordonk en daar lange tijd heeft gewoond gehad. Verder verklaren Jacop Henricks van Strijp en zijn broer Goijaert dat Jacop de zoon van genoemde Jan Coemans hier in Oirschot in herdgang Spoordonk is geboren en daarna lange tijd bij zijn vader heeft gewoond. Nog verklaren Jacop Henricks (van Strijp, JT), Jan de Brouwer, Rutger Willems en Goijaert Henricks (van Strijp, JT) dat indertijd Jan Coemans en diens zoon Jacop, welke Jacop nog in Oirschot woont, veel vrienden en familie in Oirschot hebben gehad die nu uit de tijd zijn en veel vriendschap onderhielden met genoemde Jan Coemans toen hij nog leefde. Genoemde Jacop Henricks en zijn broer Goijaert verklaren nog dat Jacop Jan Willems die hiervoor staat vermeld als Jacop Jan Coemans, familie is van de familie van der Hoeven te Oirschot en dat indertijd Rutger van der Hoeven die onlangs is gestorven en schepen was te Oirschot, samen met zijn collega-schepenen een glas hebben laten plaatsen in de St. Peterskerk achter het koor waarin Rutger van der Hoeven zijn wapen heeft laten zetten, zijnde 3 witte molenijzers in een zwart veld. Wij, als schepenen zijnde Henrick Belaerts en Jan Goossens op verzoek van Jacop Jan Willems hebben ons schependomszegel hier aan de brief doen bevestigen. Datum 31 januari 1518.In marge : In de maand november 1518 heeft Jan Aert Verhoven die in Helvoirt woont, deze brief laten ophalen op verzoek van Jacop en Jan belooft mij daarvoor te vrijwaren, getuigen Henrick Hoppenbrouwers en Goijaert Aert Verhoeven. (Bron: RA129a – 31 februari 1518, akte 104, folio 235v & 236a, Oud-Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
5 sepember 1520 – Hendrick van der Lulsdonck als arbiter voor het slachtoffer voor een gepleegde moord.
- Zoen-accoord voor de moord op Peter Peterssoen van Gerwen. De zoen-commissie bestond o.a. namens het slachtoffer Hendrick van der Lulsdonck. Hendrick, ook genoemd Heyn die Verwer, komt men voor 1520 niet als arbiter tegen. Volgens Campnina was hij wel schepen in 1510 en 1513 en zou hij als zodanig nog terugkeren in 1524. Volgens mijn onderzoek (AvdL) was Hendrick ook schepen in 1492 en achtman in 1512. Hij woonde waarschijnlijk in Spoordonk of was daarvan afkomstig, namelijk van de hoeve Lulsdonck. Dit kan de reden zijn geweest, dat hij door de Spoordonkse familie van het slachtoffer als arbiter is gevraagd.
-
Bron: Campinia 13e jaargang (april 1983) nr.50 blz. 137 & 139 > Zoen-accoord voor de moord op Peter Peterssoen van Gerwen (blz.137 t/m 140) & (Rijksarchief Noord-Brabant RA129, Oirschots schepenprotocol van 1520, inliggend aan het einde). Eigen onderzoek Ad van de Lisdonk – Oostrum-Lb > Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) RA125b fol.511 (blz.173) 25 januari 1492 & RA128 fol.354 (blz. 373) 4 februari 1512.
18 april 1522 – Henrick van der Lulsdonck koopt een bocht land genoemd die Ludsdonck
- Willem Dircx Corttens heeft opgedragen Henrich van der Lusdonck een bocht, geh. die Ludsdonck, 12 lop. groot, hertg. van Spoerdonck. Bp – Willem van Elsen – Jan die Verwer en Ruth Willems – de erfgen. van Sijmom Stoepkens. Item noch een eeusel, hertg. voers. Bp – erve mijns heeren van Peterschem – Jan Aerts van Dormalen – Heijn Slaets – die gemeijnstraet. lasten: 24 lop. rogge erfp. Aelbrecht den Keteler tot Oerschot 3 scellinge en 9 penningen paijments of een braspenning daarvoor, noch 7 stuiver grontchijns den hertoge van Brabant uijten bocht voers. jaerlijks te gelden en een auden groten grontchijns oeck den hertoge van Brabant te gelden wijten eeusel voers. Dat ut supra (=18 april). Henrich van der Ludsdonck heeft geloeft te bet. Willem Dircx Cortens 21 Rijnsg. op Lichtmisse naestcomende. Act. ut Supra. (Bron: Schepenprotocollen van de vrijwillige rechtspraak uit het rechterlijk archief van Oirschot/Best 1493-1636 – RA129b f41 – 18 april 1522 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHC
- Willem Dirck Corten verkoopt aan Henrick van der Lulsdonk die een bocht land genoemd de Ludsdonk, groot 12 lopenzaad gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Willem van Elsen, Jan de Verwer, Ruth Willems, de erfgenamen van Simon Stoepkens. Nog verkoopt hij hem een eeuwsel in de zelfde herdgang als hiervoor gelegen, b.p. het erf van de heer van Petershem, Jan Aerts van Dormalen, Heijn Slaets, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 24 lopen rogge per jaar aan Aelbrecht de Ketelaer in Oirschot te leveren, verder 3 schillingen en 9 penningen of een braspenning daarvoor aan het kapittel van Oirschot, nog 7 stuivers grondchijns aan de hertog van Brabant jaarlijks uit de genoemde bocht en een oude grote als chijns aan de hertog uit het eeuwsel. Actum als boven. Henrick van der Lulsdonk belooft aan Willem Dirck Cortten die per a.s. Maria Lichtmisdag een bedrag van 21 rijnsguldens te gaan betalen. Actum als boven. (Datum = 18 april 1522 – AvdL) (Bron: RA129b – 18 april 1522, akte 103 & 104, folio P-245r, Oud- Rechterlijk archief Oirschot (Transcriptie Jan Toirkens))
1526 – De hoeve Lulsdonck onder Spoordonk behoort toe aan het gasthuis in Oirschot
- De hoeve Lulsdonck onder Spoordonk – waar de Oirschotse naam van Lijsdonk, oorspronkelijk van der Lulsdonck, vandaan komt – behoorde toe aan het gasthuis in Spoordonk. Datzelfde geldt voor de hoeve Oerschoren. E.e.a. gebeurde door een goed beheer van Cornelis Smeeds, die meer dan dertig jaar de functie van rentmeester vervulde en ook secretaris van Oirschot was.
-
Bron: Campinia 13e jaargang (april 1983) nr.49 blz. 70 > Het Sint-Joris-Gasthuis tien maal bejaard (blz. 64 t/m 91. (Oirschots schepenprotocol van 1526, fol. XIIIvo v.v.)
1540 – Getekende ‘Kadasterkaart’ uit ±1540
- In het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) gevestigd in de Citadel in ‘s-Hertogenbosch (voorheen Rijksarchief van Noord-Brabant) bewaart men een grote kaart op papier (91x172cm) van de westzijde van Oirschot. Het is een niet gekleurde pentekening, zonder benaming en datering (Donkersloot – de Vrij, 1981, Nr.613; RANB, inv.nr. 1704, bergingsnr. D38). Donkersloot – De Vrij dateert: 2e kwart 17e eeuw? Qua inhoud geeft de kaart evenwel de toestand van eind 1540/ begin 1541 weer. De reden voor deze datering is dat in veel percelen allerlei informatie over eigenaren en aankomstdata geschreven staat. Deze data vertonen heel wat jaren 1530 – 1539 en 1540 is het jongste jaar dat genoemd wordt. Qua stijl (slordige penschets, niet gemeten, niet schaalvast) zou de kaart best van 1540 kunnen zijn.De kaart geeft zoals gezegd de westzijde van Oirschot weer, voornamelijk west van de Beerse en de omgeving van het Huis Ten Berg. Spoordonk met zijn bewoning en gronden is vrij gedetailleerd weergegeven. In dat gebied worden vooral de individuele percelen en gemeynten onderscheiden. Verder naar het oosten is de kaart heel globaal. Oost van het dorp Oirschot (2 kerken en boogvormige rij huizen) staan langs de weg de gehuchten getekend als dubbele rijen huisjes. Ook ten noorden van die rij staan de gehuchten op die symbolische manier aangegeven. Op het globale deel van de kaart zijn geen terreingegevens aangegeven, buiten enkele grenspalen en twee stroken beemden.
- Mijn werkbezoek aan het Oud archief te Oirschot op 25 november 1999. (Toen nog gevestigd in Oirschot zelf, later ingelijfd door het streekarchief in Eindhoven, wat nu heet het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe)In de gang hing een ingelijste kopie van een kadasterkaart van het gebied rond Oirschot met Spoordonk, Moergestel, Oisterwijk e.d. (Het origineel uit 1521 wordt bewaard in de Citadel van ‘s-Hertogenbosch – (inv.no. 1704 – bergplaats D38 – negatief no.: 1494)Op deze kaart staat op de kruising doorlopende weg van Moergestel naar Oirschot, ter plaatse van Spoordonk, een watermolen getekend met daarboven een hoeve met de naamvermelding van JAN van den LUSDONCK. Aan de overkant van de weg, langs de Aa (nu de Beerze) stond vroeger het kasteeltje “ten Bergh” wat deel uitmaakte van een groot complex van de heren van Oirschot. Het kasteel is in de achttiende eeuw afgebroken. Nu staat er alleen nog de rentmeesterswoning. De plaats waar de hoeve van Jan van de Lusdonck vermeldt staat duidt waarschijnlijk de plek aan waar vroeger de hoeve ’ter Lulsdonc’ stond. Het is ‘nog’ niet duidelijk om welke Jan van den Lusdonck het hier gaat.
- Mijn werkbezoek aan het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) (voorheen het Streekarchief Eindhoven) op 1 maart 2000.Het oud-archief van Oirschot is per 1 maart 2000 verhuist naar het nieuwe gebouw van het streekarchief in Eindhoven. Met deze verhuizing is ook bovengenoemd kaart meegegaan en opgeborgen in het depot van het nieuwe archief. Door zijn gewicht en de dikke achterwand waartegen de kaart geplakt is, is het (voorlopig) niet meer mogelijk de kaart te raadplegen. Het origineel dat wel toegankelijk is wordt bewaard in de Citadel van ‘s-Hertogenbosch.
7 oktober 1601 – Gegevens over de hoeve ‘Ter Lusdonck’ en het Algemeen Rijksarchief in Brussel > zie onderzoekinformatie aan de onderzijde van deze webpagina
- Een oude inventaris van het archief van een Oirschotse sekretaris. Op 25 september 1601 overleed te Oirschot Aert Anthonis Sgraets, sekretaris van de schepenbank. Hij liet zijn tweede vrouw na, te weten Judith van Arkel of: van Erckel), alsmede kinderen uit zijn huwelijk met haar en uit dat met zijn eerste vrouw, Catharina Marcelis van Gestel. In het archief van de familie van Merode, dat bewaard wordt op het Algemeen Rijksarchief in Brussel, bevindt zich een inventaris van Sgraets’ papieren (daaronder niet begrepen de charters en de protokollen, op enkele uitzonderingen na). De inventaris, voorlopig genummerd VD D721, werd op 7 oktober 1601 op verzoek van de heer van Oirschot, Floris van Merode, opgemaakt in aanwezigheid van de schout, de schepenen Dierick de Hoppenbrouwer en Henrick van der Sterre, en de kerkmeester Henrick Verbeeck. De tekst ervan luidt, zonder de aanhef, alsvolgt: “In der kercke in een kasse met twee schapkens ende in ’t bovenste bevonden dese naevolgende: o.a. Eenen inventaris van allen ende yegelijcken brieven, munimenten ende bescheeden, mentie maeckende van verscheyde erffelijcke pachten, beloopende tesamen tot XX1/2 mudden roggen der maete van Oirschot, aengaende den proprietarissen van eender hoeven genaempt de HOEVE TER LUSDONCK; geteeckent met de letter V.” (Bron: Campinia jrg. 8 (1978) blz. 101 t/m 104)
29 januari 1624 – Landerijen van de Lusdonck
- Senor Jasper van Esch Janszoon heeft verklaard dat Dielis zoon van Adriaan Suetricx aan hem de helft van de rente van elf lopen rogge uit grotere rente van 22 lopen rogge per jaar heeft afgelost, die bij een openbare verkoop door Daniel natuurlijke zoon van Willem van Petershem aan Gerard van der Lulsdonck werd beloofd, uit een huis, tuin en daarbij liggende erven gelegen in Oirschot, hertgang Notel en uit den Hoersenbeemd, hertgang Spoerdonck e.e.a. volgens schepenbrieven van Den Bosch op Donderdag na Zondag, waarop gezongen wordt “inocavit” 1460 (= 26 febr. 1461), van welke 22 lopen rogge per jaar genoemde van Esch verklaarde, de ene helft van elf lopen van zijn ouders te hebben geerfd die door genoemde Dielis Suetricx voor een helft werd betaald en door Dielis Vlemincx als weduwnaar van Lijsken dochter Pauwels Suetrix voor de andere helft. Genoemde van Esch geeft daarom kwijting aan genoemde Dielis Suetricx en diens nakomelingen v.w.b. de helft van de 11 lopen rogge per jaar. Actum 29 januari 1624, getuigen Loon en Schoot. (Bron: Kapittel van Oirschot 1311-1791 – RA150 f40 – 29 januari 1624 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe) (De totale reeks schepenprotocollen (omvattende de jaren 1463 tot 1513 en 1518 tot 1651) bevindt zich in het archief in collectienummer: A0217. (Schepenbank Oirschot-Best 1463 tot 1810 wordt in studiezaal genoemd: Inventaris boek 42 hoofdstuk 8)
1624 – Landerijen van de Lusdonck
- Tot 1624 werden alle gronden die maar iets met de naam Lusdonck te maken hadden verkocht of gingen via erfenis over in andere handen en kregen dan over het algemeen een andere naam. Daarna worden er in de archieven geen verdelingen, verkopingen of verpachtingen meer genoemd.
- In het Oud-Rechterlijk archief van de hertgang Spoordonk in 1625 inv. 150b is géén vermelding aangetroffen van de hoeve ‘Lulsdonck’
20 april 1668 – Transactie inzake de akker genaamd ‘de Lusdonck’
- Niclaes Jansse van Cuijck, Wouter Lenarts van de Loij c.s. hebben een transactie afgesloten met Lambert Dirck Jan de Ven inzake de akker, genaamd de Lusdonck. (De originele akte moet nog uitgewerkt worden) Personen in deze notariële akte genoemd worden zijn: Kinderen van Jan Jansse van Cuijck , Niclaes Jansse van Cuijck, Jan Leermakers > Getuige, Wouter Lenarts van de Loij, Anneken Jansse van de Lusdonck, Jacob Henrick Gijsbert Vlemincx, Bernaert Volders > Getuige, Adriaen Jansse de Vos, Dirck Jansse de Vos, Henrick Jansse de Vos, Jenneken Adriaen Jansse de Vos, Lambert Dirck Jansse de Vos, Lijsken Jansse de Vos, Peeter Adriaen Jansse de Vos. (Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven – RHCe – Rechterlijke en Notariële akten 1548-1810 – Notaris Henrick Leermakers (sr.), Oirschot > 20 april 1668 Inv. 82-84 fol.128)
1948 – Ruilverkaveling verdringt de naam Lusdonck
- In 1948 vond te Spoordonk een ruilverkaveling plaats, waardoor een grootschalig landbouwgebied ontstond. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoordonk)
- Vanaf de achterzijde van de Spoordonkse Watermolen kijkt men op de landerijen die in het verleden toebehoorde aan onze voorouders. Dit gebied, tot aan de Broekstraat, had dan ook de naam ‘de LUSDONCK’. Na de ruilverkaveling in 1948 verdween de naam voorgoed. Door deze ruilverkaveling ontstond ter plekke een grootschalig landbouwgebied.
26 september 2007 – Bezoek aan ‘de Lusdonck’ door Ad van de Lisdonk, de auteur van deze website
- Op woensdag 26 september 2007 werd ik uitgenodigd door Henk van der Schoot uit Hedel (Oirschot) voor een bezoek aan dit, voor mij, speciale gebied. Wij kenden elkaar niet, maar deze webpagina en een uitspraak over ‘de Lusdonck’, van zijn oude tante, was de aanleiding. Henk bracht me naar DÉ plek. Vanuit de Broekstraat liepen we, via het ‘Lusdonckpaadje’, naar een net geoogst groot maisveld. Hier had ik een prachtig uitzicht op de omgeving. Hier bekroop me het gevoel van, ja hier kom ik vandaan. Hier liggen mijn wortels. Hier leefden mijn voorouders. In de verte keek ik op de achterzijde van de Spoordonkse Watermolen en op de meanderende Beerze. Een prachtig plaatje. Mijn laarzen was ik vergeten maar de goden waren mij goed gezind en het weer was helder. Wij knoopten een gesprek aan met een toevallig aanwezige boer, Frans van Heerebeek, van de naastgelegen boerderij. Als jonge boer bracht hij, net als zijn voorouders, het graan dat van zijn land kwam, over de Lusdonck, naar de watermolen, om het te laten malen. Vrij nauwkeurig wist hij te vertellen hoe de Lusdonck begrensd was. Het zogenaamde ‘Lusdonckpaadje’ was een, door Frans zelf, bedachte naam van het toegangspaadje naast zijn boerderij naar het land dat er achter lag. Misschien zet hij daar nog eens een naambordje neer. Dan kan iedereen, die er wandelt, genieten van het prachtige uitzicht. Door de ruilverkaveling in de jaren ’50 (1948 ?) is het oude toponiem verdwenen en tevens de oorspronkelijke landindeling. Frans vertelde, dat de grond van de Lusdonck altijd hoog heeft gelegen. Een deel is in het verleden afgegraven om de Broekstraat op te hogen. De Lusdonck lag heel duidelijk aan de meanderende Beerze. (Bron: Frans van Heerebeek (Spoordonk), Henk van der Schoot (Hedel/Oirschot), Ad van de Lisdonk (Oostrum-Lb)
Onderzoek naar informatie betreffende de hoeve ’ter Lulsdonck’
7 oktober 1601 – Wat bekend is over de hoeve ‘TER LUSDONCK’ en het Algemeen Rijksarchief in Brussel
- Een oude inventaris van het archief van een Oirschotse sekretaris. Op 25 september 1601 overleed te Oirschot Aert Anthonis Sgraets, sekretaris van de schepenbank. Hij liet zijn tweede vrouw na, te weten Judith van Arkel (of: van Erckel), alsmede kinderen uit zijn huwelijk met haar en uit dat met zijn eerste vrouw, Catharina Marcelis van Gestel. In het archief van de familie van Merode, dat bewaard wordt op het Algemeen Rijksarchief in Brussel, bevindt zich een inventaris van Sgraets’ papieren (daaronder niet begrepen de charters en de protokollen, op enkele uitzonderingen na). De inventaris, voorlopig genummerd VD D721, werd op 7 oktober 1601 op verzoek van de heer van Oirschot, Floris van Merode, opgemaakt in aanwezigheid van de schout, de schepenen Dierick de Hoppenbrouwer en Henrick van der Sterre, en de kerkmeester Henrick Verbeeck. De tekst ervan luidt, zonder de aanhef, alsvolgt: “In der kercke in een kasse met twee schapkens ende in ’t bovenste bevonden dese naevolgende”: o.a. “Eenen inventaris van allen ende yegelijcken brieven, munimenten ende bescheeden, mentie maeckende van verscheyde erffelijcke pachten, beloopende tesamen tot XX1/2 mudden roggen der maete van Oirschot, aengaende den proprietarissen van eender hoeven genaempt de HOEVE TER LUSDONCK; geteeckent met de letter V.”(Bron: Campinia jrg. 8 (1978) blz. 101 t/m 104)
28 november 2008 – Brief gericht aan het Algemeen Rijksarchief in Brussel
- Op 28 november 2008 heb ik een schriftelijk verzoek gericht aan de archivaris van de afdeling publieksbewerking en collectiebeheer van het Algemeen Rijksarchief in Brussel. Mijn vraag was of bovengenoemde informatie bij hun bekend is en of het archief van de familie van Merode, waarin de inventaris van Aert Sgraets, inderdaad in Brussel aanwezig is. Zo ja, dan zou ik graag het verzoek in willen dienen om persoonlijk ter plekke onderzoek te mogen verrichten. (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum)
3 december 2008 – Antwoord van de heer Baudouin D’hoore
- Naar aanleiding van mijn schrijven van 28 november 2008, kreeg ik het volgende antwoord, per email, van de eerstaanwezend assistent van afdeling 4 van het Algemeen Rijksarchief in Brussel. De heer Baudouin D’hoore schrijft het volgende: “Het betreft inderdaad een inventaris van de papieren die werden aangetroffen bij het sterfhuis van Aert Sgraets, secretaris van de vrijheid van Oirschot (1601). Er wordt hierin wel verwezen (cfr. passage uit Uw brief) naar een inventaris van de documenten m.b.t. de hoeve ter Lusdonck (gemarkeerd met de letter “V” door de afhandelaar van het sterfhuis), maar die inventaris zelf werd er niet bij bewaard, evenmin als de andere documenten (rekeningen, procesdossiers, enz.) die Sgraets naliet en die in VD.D 721 staan opgesomd.” “In de huidige stand van de ontsluiting van het gigantische familiearchief de Merode-Westerloo (750 strekkende meter) is het jammer genoeg niet mogelijk andere documenten te lokaliseren die U verder zou kunnen helpen in uw onderzoek naar de hoeve ter Lusdonck.” (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum, Baudouin D’hoore – Algemeen Rijksarchief Brussel)
3 december 2008 – Mijn antwoord aan de heer Baudouin D’hoore
- Naar aanleiding van bovengenoemd antwoord heb ik een email teruggestuurd waarin ik aangeef dat ik het jammer vind dat de betreffende stukken niet aanwezig zijn. In mijn antwoord geef ik aan, dat ik begrepen heb dat men bezig is met het ontsluiten van dit familiearchief. Verder vraag ik of het misschien mogelijk is, mocht die kans zich voordoen, er over enkele jaren op terug te mogen komen. (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum)
4 december 2008 – Reactie van de heer Baudouin D’hoore
- Zijn antwoord luidt alsvolgt: “Sinds juni dit jaar ben ik full time bezig met het familiearchief de Merode-Westerloo. De gigantische omvang van het archief en de zeer diverse methoden waarmee mijn voorgangers delen van het archief reeds hebben geïnventariseerd (sommigen werkten anno 1900 nog met complexe steekkaartsystemen) bemoeilijkt sterk het onderzoekingswerk. Eigenlijk moet ik hun werk grotendeels herdoen om te komen tot degelijke deelinventarissen die beantwoorden aan de huidige internationale archivistische normen en die ook digitaal ter beschikking van de vorsers kunnen worden gesteld. De komende drie jaar zal ik me focaliseren op de stukken van persoonlijke aard. De kans dat ik daar voor U bruikbare stukken aantref is gering. Daarna zullen de stukken van zakelijke aard (over de talrijke bezittingen van de familie de Merode in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk) worden aangepakt. Een werk dat ook minstens enkele jaren in beslag zal nemen.” (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum, Baudouin D’hoore – Algemeen Rijksarchief Brussel)
4 december 2008 – Mijn antwoord aan de heer Baudouin D’hoore
- Mijn antwoord aan de heer Baudouin D’hoore luidt: “Succes met het inventariseren van het familiearchief. Ik wacht geduldig af”
- Ik zelf heb het voornemen om over vier jaar (is dus 2012) weer contact op te nemen met de heer Baudouin D’hoore of een collega, van het Algemeen Rijksarchief in Brussel, om een inzicht te krijgen in de stand van het inventariseren. (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum)
21 oktober 2012 – Vraag aan de heer Baudouin D’hoore van het Rijksarchief in Brussel
- Mijn vraag aan de heer Baudouin D’hoore is o.a.: “In 2008 heb ik met U emailcontact gehad betreffende de hoeve ter Lusdonck, die naast de watermolen in Spoordonk (bij Oirschot) in Nederland heeft gestaan. Wetende dat U het archief van Merode-Westerloo aan het ontsluiten bent, heb ik de volgende vraag.”
- Zijn er in het archief van Merode al documenten gelokaliseerd betreffende genoemde hoeve en zo ja, zijn daar bruikbare stukken bij?(Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum)
- Ik vervolg met de vraag of het zin heeft naar Brussel te komen voor eigen archiefonderzoek en of digitale raadpleging in de toekomst mogelijk is.
23 oktober 2012 – Reactie van de heer Baudouin D’hoore
- Zijn reactie luidt alsvolgt: “Voor zover ik kon nagaan zijn er geen documenten over de hoeve ter Lusdonck bij Spoordonk aanwezig in het Merode archief. Het aantal documenten over Oirschot is uiterst gering, zoals het geval is voor nog andere eigendommen van de familie de Merode. De archieven werden in de voorbije eeuwen meermaals verhuisd en verdeeld, waardoor een groot deel thans niet meer bewaard wordt in het familiearchief.” (Bron: Ad van de Lisdonk – Oostrum, Baudouin D’hoore – Algemeen Rijksarchief Brussel)
Wordt hopelijk toch nog een keer vervolgt.
Copyright © 1990-2014 – Ad van de Lisdonk (Oostrum-Lb).
laatst bijgewerkt op 12 februari 2014
U bevindt zich op de homepage > https://www.familievandelisdonk.nl