We verzamelen ons op de parkeerplaats bij
kapel O.L.V. van de Heilige Eik
Informatiebord bij de kapel
Informatiebord bij de kapel
Kapel Onze Lieve Vrouw van de Heilige Eik, bij de rivier de
Beerze in Spoordonk. Jammer, onder de luifel zit je wel droog, maar ontsiert
werkelijk de prachtige gerestaureerde kapel.
Interieur van de kapel
De originele eik is ter ziele, maar een
jonge aanplant moet de herinnering in ere houden
Informatiebord bij de 'nieuwe' eik
In 1868 werd de houten romp van de
watermolen vervangen door bakstenen. Op
een (vernieuwde) gevelsteen staat de inscriptie AMDLC
1868. De betekenis hiervan is nog niet geheel duidelijk, maar de letters DLC betekenen waarschijnlijk De
La Court, een afkorting van de achternaam van de toenmalige eigenaar Leopoldus de La Court. Wat AM
betekent is nog niet achterhaald.
Even wachten tot de vorige rondleiding is afgelopen.
Deze reclame op de buitengevel heeft niets met de
watermolen zelf te maken. Het is puur een reclame-uiting. De eigenaar van de molen kreeg als dank hiervoor
een X-aantal flessen jenever.
De achterzijde van de watermolen. Hier is duidelijk te zien
dat het rechtergedeelte als woning is ingericht. Dit was voorheen de oliemolen en die is bij de
restauratie verdwenen. Het linkergedeelte is de nog reeds bestaande korenmolen.
Het water van Beerze stroomt vanaf de
andere kant, met een verval van twee meter, onder het waterrad door. Vandaar dat deze molen een
ONDERSLAGWATERMOLEN is. Het is heel erg jammer dat het rad van de oliemolen geheel verdwenen is. Een
tweede rad, echter zonder aandrijfmechanisme, zou de molen vanaf deze kant een beter en fraaier aanzien
geven hoe het is geweest. Per slot is de watermolen ook een museum en er komen zeer veel gasten.
De watermolen heeft drie sluizen. Twee
voor de waterraderen en de middelste staat altijd wat open om wat stroming in het water te hebben.
Vanaf de achterzijde van de watermolen
kijkt men op de landerijen die in het verleden toebehoorde aan onze voorouders. Dit gebied, tot aan de
Broekstraat, had dan ook de naam 'de LUSDONCK'. Na de ruilverkaveling in 1948 verdween de naam voorgoed.
Door deze ruilverkaveling ontstond ter plekke een grootschalig landbouwgebied.
Het interieur van de Spoordonkse
Watermolen. Men bevindt zich hier in de nog in werking zijnde korenmolen. Hier,
op de benedenverdieping, word
het gemalen graan in zakken opgevangen.
Een kleine, mechanisch aangedreven, graanmolen
Interieur van de korenmolen. Hier word
het gemalen graan in zakken opgevangen. Achter, in het midden, ziet men de vertikale KONINGSAS die zowel
de maalstenen op de steenzolder als het luiwerk op de luizolder aandrijft. Het grote ASWIEL, achterin, is
rechtstreeks verbonden met het waterrad dat zich aan de andere kant van de achterwand bevindt. De snelheid
van de koningsas kan men regelen door het water langzamer of sneller door de sluis te laten stromen
Emile van Esch vertelt over de
geschiedenis van de watermolen, en ook over de werking. De watermolen dateert van voor 1320. Het was een
houten gebouw dat behoorde bij het kasteeldomein 'ten BERGH'. Aan de overkant van de watermolen bevindt
zich nog de, gerestaureerde, rentmeesterswoning die diende als poortgebouw van genoemd kasteel. In 1501
werd voor zes jaar de watermolen gepacht
door Jan en Henrick zonen van Jan Gerardus van der Lusdonck die getrouwd was met Lijsbet.
Maar ook 32 jaar later, in 1533, zien we dat de watermolen weer gebruikt wordt door een van onze voorouders.
Genoemde Henrick van der Lusdonck pacht nu samen met zijn
zoon Geraert de watermolen. Meestal werd zo'n pacht verleent voor een
periode van zes jaar.
Op deze foto ziet men duidelijk hoe het
gemalen graan vanuit de MEELPIJP en de MAALBAK in de meelzak terecht komt. Achter Emile bevindt zich een
trap naar de STEENZOLDER. Langs deze trap is een glijplank aangebracht. Via deze plank wordt een zak met
graan, die wel 50 kg weegt, door het LUIWERK op de LUIZOLDER naar boven gehesen.
Museumgedeelte in de watermolen
Men bevindt zich hier op de STEENZOLDER
van de watermolen. Molenaar en eigenaar Emile van Esch geeft tekst en uitleg bij de MAALGANG. Het grote
SPOORWIEL (boven), aangedreven door de (dikke) KONINGSAS, drijft het RONDSEL aan. De spil die van daaruit
naar beneden door de maalstenen loopt is de STEENSPIL. Het koren wordt eerst in de vierkante bak, de KAAR, gegooid. Via een schuif en een ratelmechanisme wordt het koren gelijkmatig en beetje bij beetje, via
het gat rond de steenpil tussen de maalstenen gebracht. Door de vormgeving van de groeven in de maalstenen
wordt het koren vermalen en naar de buitenkant gedreven, in de STEENKUIP. Via een MEELPIJP en MAALBAK komt
het gemalen graan uiteindelijk in de meelzak terecht.
Links, op de steenzolder, bevindt een koppel blauwe stenen (natuursteen).
Rechts bevindt zich een koppel kunststenen. De blauwe stenen
malen fijner dan de kunststenen.
De MEELKIST naast de KAAR diende voor de
beloning van de molenaar. Als een boer een zak met graan liet malen, mocht de molenaar als beloning enkele
scheppen van dat graan in de meelkist doen voor hemzelf. Er werd dan ook niet met geld betaald, maar het
was een soort ruilhandel.
Hier ziet men hoe het gemalen graan vanuit de MAALBAK in de
meelzak valt.
Als de maalstenen afgesleten zijn moeten
men die opnieuw scherpen, dit noemt men 'BILLEN'. Met een ingenieus mechanisme, de STEENKRAAN, kan men de
bovenste steen, de zgn. LOPER, met een gewicht van ongeveer 1200 kg, optillen en omkeren. De onderste
steen, de LIGGER, blijft liggen. Deze steen blijft trouwens stil liggen bij het malen van het graan. Alleen
de LOPER draait. Met een BILHAMER worden de groeven weer dieper gemaakt. Dit gebeurde vroeger met een
olielampje, want dan kon men aan de schaduw zien of de groeven alle even diep waren. Dit billen deden de
molenaars zelf.
Een impressie van het LUIWERK op de LUIZOLDER. Het luiwerk
werkt als een takel. Het is aangebracht op de KONINGSAS waarop een houten wiel rust. Het LUITOUW
(rechtsboven) wordt naar beneden gehaald en met een MULDERTJE wordt de zak vastgemaakt. Via de glijplank,
die op een van de vorige fotoos te zien is, kan de zak met koren naar boven worden gehesen. Als men het
STUURTOUW losmaakt komt het houten wiel op de houten as te liggen. Automatisch wordt het luitouw weer
opgerold en komt de zak naar boven. Bij de MEELKIST, wordt het stuurtouw weer vastgezet en de zak
losgekoppeld.
Een impressie van de MAALGANG op de STEENZOLDER. Zie
rechts de KAAR en de MEELKIST.
Nog een impressie van de MAALPIJP en MAALBAK in het het
onderste deel van de graanmolen. Langs de trap is duidelijk de GLIJPLANK te zien waar langs de zakken met
koren naar boven worden gehesen.
Dan nog even iets over het ONDERHOUD en
BEHOUD van de watermolen. Regelmatig moet de molen nagekeken worden op loszittende tanden. Met een
speciale bijenwas zorgt men ervoor dat de raderen en rondsels soepel blijven lopen. Hout werkt altijd. Als
het vochtig is zet hout uit en bij droogte krimpt het. Als het waterrad niet in gebruik is wordt het altijd geblokkeerd. Bij een
hevige regenbui bestaat de kans dat het water over de sluis komt. Het rad zou kunnen gaan draaien en zelfs
doldraaien. Vroeger had men rond de watermolen een groot waterbekken. Men kon dan bij droogte toch blijven
malen. Tegenwoordig, bij extreme droogte, maakt men gebruik van een hamermolen (die gaat op elektriciteit)
of een dieselmotor die via banden de koningsas aandrijft.
Verder is het nog belangrijk dat de
watermolen regelmatig in werking is. Door het trillen van al het draaiwerk voorkomt men ongedierte, zoals
houtworm of boktor, in de houten constructie.
Einde van deze zeer interessante rondleiding. Nog even, met
zijn allen, op de foto. Jammer, maar de auteur van deze webpagina staat aan de andere kant van de camera.
Bron: Fotoos en tekst door Ad van de Lisdonk (Oostrum-Lb),
bezoekershandleiding met uitleg over de werking van de molen, uitgegeven door de 'Spoordonkse Watermolen'
en verkregen bij een eerdere rondleiding van de auteur in 2000, tekst en uitleg door Emile van Esch tijdens
onze rondleiding op 12 juli 2009.
|