21 jaar na de oprichting van de fabriek hield Peter van de Lisdonk het voor gezien. Waarschijnlijk is een familievete met zijn schoonzus, Adriana Maria Meijnaars, de oorzaak geweest, maar op 26 juni 1868 werd hun compagnonschap definitief ontbonden. Kort na deze ontbinding probeert Peter een verbintenis aan te gaan met concurrent en aangetrouwde neef Gerardus van Besouw, die gehuwd was met dochter Johanna van zijn broer Willibrordus en Adriana Maria Meijnaars. Van Besouw schrijft echter aan een kennis dat hij er niet aan gedacht heeft "om eene associatie te beginnen tussen mijn persoon en Van de Lisdonk, een boer met veel geld". Blijkbaar lag Peter op dat moment toch niet zo goed bij collega-fabrikanten. Dat Peter inmiddels zeer veel geld had, mede ook dat hij zich uit liet kopen, blijkt uit het feit dat hij als een groot weldoener bekend stond in Goirle.

Bron: Regionaal Archief Tilburg > Koninklijke bibliotheek in Den Haag (Historische kranten) > Advertentie in het weekblad van Tilburg van 27 juni 1868.